De Vlaamse regering koppelt sociale rechten steeds meer aan voorwaarden. Daarmee legt ze de lat steeds hoger voor kwetsbare groepen om toegang te hebben tot bescherming.
© ID/ Bart Dewaele
De laatste tijd worden door verschillende politieke partijen proefballonnetjes opgelaten over nieuwe regels voor sociale rechten. In tegenstelling tot wat je zou mogen verwachten in het vooruitzicht van de komende verkiezingen, zijn het geen voorstellen die nieuwe of hogere uitkeringen beloven, maar voorstellen waarbij de toegang tot sociale rechten steeds meer aan voorwaarden gekoppeld wordt. Aan voorwaarden die te maken hebben met verblijfsduur, of beperkingen in de tijd. Maar ook aan voorwaarden die vaak op zich weinig of geen verband tonen met het sociaal recht in kwestie.
LEEFLOON
N-VA lanceerde onlangs het voorstel om het leefloon enkel nog toe te kennen aan wie hier minstens vijf jaar wettelijk verblijft. Het leefloon – dat nu ligt op 1.214 euro voor een alleenstaande en 1.640 euro voor iemand met een gezin ten laste, bedragen die nu al niet volstaan om waardig te kunnen leven – zou ook verminderen voor iedereen, én het zou voor een deel uitbetaald worden met maaltijdcheques. Achterliggende reden is dat de partij mensen met een leefloon wantrouwt. Via de cheques wil ze garanderen dat ze hun geld gebruiken voor 'nuttige zaken'. Anderzijds zouden mensen met een leefloon die een cursus Nederlands volgen – nieuwkomers met migratie achtergrond dus – een extra toeslag kunnen krijgen. Maar dus wel pas na vijf jaar verblijf, terwijl de wachtlijsten voor de cursussen Nederlands ondertussen oplopen tot vele maanden.
30 N-VA-voorzitters van de Bijzondere Commissie voor de Sociale Dienst hielden in Knack een nog merkwaardiger pleidooi. Volgens hen zouden de OCMW's de bevoegdheid moeten krijgen om zelf de bedragen van de steun te bepalen, op basis van de financiële behoeften van hun klanten. Behoeften die de maatschappelijke werkers zelf zouden kunnen inschatten, maar steeds beneden de wettelijke maximumbedragen. Belangrijkste reden die door de voorzitters aangehaald wordt, is dat gezinnen met een leefloon daarnaast nog allerlei aanvullende steunmaatregelen genieten en daardoor vaak meer inkomen overhouden dan werkende mensen. Er valt iets te zeggen voor het argument dat sociale voordelen zoveel mogelijk moeten worden toegekend op basis van (lage) inkomens, eerder dan op basis van sociaal statuut. Maar wat de N-VA-voorzitters bepleiten gaat compleet de andere kant op. De OCMW 's moeten, volgens hen, de teugels kunnen aanhalen binnen een rechten- en plichtenverhaal door in te grijpen in de steunverlening.
WERKLOOSHEIDSUITKERING
CD&V-voorzitter Sammy Mahdi lanceerde het idee om werkloosheidsuitkeringen na drie jaar stop te zetten. Vlaams minister van Werk, Jo Brouns, zei daarover in een interview in De Standaard dat 'een groep werklozen gewoon pijn heeft aan hun goesting en om een of andere reden echt niet aan het werk wil'. De federale regering-Michel wilde in 2016 de mogelijkheid van een gemeenschapsdienst invoeren in het kader van het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie in de bijstand. Een aantal middenveldorganisaties maakten de zaak aanhangig bij het Grondwettelijk Hof en slaagden er in de maatregel te doen schrappen.
Maar in 2022 dook de maatregel opnieuw op. De Vlaamse regering besliste om ze vanaf januari 2023 in te voeren voor langdurig werklozen. De 'voor wat, hoort wat'-ideologie is sterker dan ooit aanwezig in het sociaal beleid. Toch waar het gaat om mensen die leven van een leefloon of een werkloosheidsuitkering. Terwijl dezelfde Vlaamse regering schromelijk tekortschiet in haar verantwoordelijkheid om de drempels voor werkzoekenden weg te werken, om te zorgen voor voldoende betaalbare kinderopvang, performant openbaar vervoer, goede huisvesting en intensieve begeleiding naar de arbeidsmarkt.
GROEIPAKKET
Ook het Groeipakket (de vroegere kinderbijslag) is een gegeerd instrument voor sanctionering en disciplinering. Zo wil minister van Onderwijs, Ben Weyts, schooltoelagen van spijbelaars afnemen en toekennen aan de scholen. Of ouders van kleuters met taalachterstand een deel van het kindergeld afnemen als ze niet voldoende inspanningen doen om hun kinderen Nederlands te leren.
Ben Weyts wil ouders van kleuters met taalachterstand een deel van het kindergeld afnemen als ze niet voldoende inspanningen doen om hun kinderen Nederlands te leren.
Vooruit-voorzitter, Conner Rousseau, vindt dan weer dat de financiële middelen van het Groeipakket beter zouden gebruikt worden om kinderopvang, verplicht voor kinderen vanaf zes maanden, te organiseren of ook dat een deel van het kindergeld moet worden gebruikt voor gezonde maaltijden op school.
Nochtans zou het kindergeld uit het Groeipakket één van de meest effectieve instrumenten kunnen zijn om de kinderarmoede, die in Vlaanderen één op vijf kinderen treft, aan te pakken. Onderzoek door Wim Van Lancker toont aan dat Canada er in geslaagd is om de kinderarmoede met 18% te doen dalen, door meer kindergeld te geven aan gezinnen die het echt nodig hebben. Ook in Vlaanderen zou dat kunnen, door meer in te zetten op hogere sociale toeslagen bovenop het basisbedrag, voor gezinnen met een laag inkomen, of door de hoogte van de kinderbijslag afhankelijk te maken van het gezinsinkomen. Eigenlijk zou de Vlaamse regering veel meer geld kunnen investeren in het Groeipakket, want de dotatie die Vlaanderen van de federale overheid krijgt sinds de regionalisering van de kinderbijslag neemt elk jaar structureel toe door de inflatie. Terwijl de uitkeringen in het Groeipakket niet langer automatisch geïndexeerd worden wanneer de spilindex overschreden wordt en het Groeipakket zelfs niet langer een 'geoormerkt' budget heeft binnen de Vlaamse sociale bescherming. De strijd om het Groeipakket zou in Vlaamse regeerakkoord na de verkiezingen in 2024 dus wel eens de verkeerde kant kunnen opgaan en zorgen voor meer, in plaats van minder, kinderen in armoede.
SOCIALE HUISVESTING
De strafste verhalen worden gelanceerd in het kader van de sociale huisvesting. Vlaams minister van Huisvesting, Matthias Diependaele, camoufleert daarbij niet enkel zijn onkunde, of eerder zijn onwil, om meer sociale woningen op de huisvestingsmarkt te brengen. Hij speelt bovendien ook in op een vermeend verhoogd rechtvaardigheidsgevoel, door de zogenaamde sociale fraudeurs en profiteurs er uit te wippen. Vlaamse minister van Inburgering, Bart Somers, vindt dat arbeidsgeschikte sociale huurders na negen jaar hun sociale woning zouden moeten verlaten. Vanaf oktober 2023 komen er al hogere boetes voor sociale huurders die 'te ruim' wonen, en vanaf 2024 moeten de sociale huisvestingsmaatschappijen gaan controleren hoeveel spaargeld er op de rekeningen van hun huurders staat. Als dat bedrag boven een bepaalde drempelwaarde komt, verliest de huurder zijn recht op toegang tot een sociale woning. Dit beleid ontlokte Wim Van Lancker de uitspraak dat mensen eerst minstens vijf jaar op de wachtlijst moeten staan voor een sociale woning, vervolgens hun spaargeld moeten opsouperen, om na negen jaar weer uit hun woning te vliegen.
Het is duidelijk dat vele politici sociaal wonen enkel zien als een oplossing voor wie totaal berooid is. Als die tenminste geen schade aanbrengt aan hun huurwoning of de buren stoort. Want in plaats van woningbegeleiding te voorzien voor kwetsbare huurders met complexe problemen, is het antwoord van de minister dat die gedurende drie jaar op een zwarte lijst terechtkomen en geen toegang meer krijgen tot sociale huisvesting. Open VLD-voorzitter, Egbert Lachaert, zei onlangs: 'Sociale huisvesting is geen ticket for life'. Minister Diependaele spreekt stigmatiserend over de 'hangmat van de sociale huisvesting' en bouwt bijkomende drempels in.
Het moet niet verwonderen dat de pijlen meestal gericht zijn op mensen met een migratieachtergrond. Sociale verhuurmaatschappijen kunnen sinds 2021 ook een onderzoek starten naar sociale huurders waarvan ze vermoeden dat ze een eigendom in het buitenland bezitten, en dus geen recht hebben op een sociale woning. Na twee jaar blijkt dat de detectivebureaus welgeteld 339 sociale huurders hebben opgespoord met onroerend goed in het buitenland. 153 sociale huurcontracten zijn opgezegd en 140 dossiers zijn nog in behandeling. Het is niet duidelijk of het hier echt gaat over mensen met een beduidend bezit aan onroerend goed, of dat er ook een deel mensen tussen zitten die een woning of een grond in onverdeeldheid hebben geërfd die nog niet is verkocht geraakt. Op 165.000 gezinnen in sociale woningen is dat aantal trouwens verwaarloosbaar; voor de 182.000 huishoudens op de wachtlijst zal het niet zo veel soelaas brengen. Sinds 1 januari 2023 moeten kandidaat sociale huurders ook kunnen bewijzen dat ze in de afgelopen 10 jaar vijf jaar ononderbroken in de gemeente hebben gewoond. Die eis van 'lokale binding' maakt toegang tot sociaal wonen voor kwetsbare mensen nog moeilijker, want uitgerekend mensen die in slechte huizen wonen of mensen die slachtoffer zijn van partnergeweld moeten vaker verhuizen. Voor nieuwkomers gaat de deur dus helemaal dicht. Sociale huurders moeten zich ook verplicht inschrijven bij de VDAB en bewijs leveren van taalkennis op een vrij hoog niveau.
De eis van 'lokale binding' van Matthias Diependaele maakt toegang tot sociaal wonen voor kwetsbare mensen nog moeilijker.
Nochtans is het recht op een behoorlijke huisvesting een onderdeel van het artikel 23 dat in de Belgische grondwet het recht op waardig leven vastlegt. De verplichte voorwaarden hebben geen uitstaan met de woonnood. Algemeen wordt trouwens aanvaard dat basisrechten niet kunnen worden gekoppeld aan voorwaarden, en al zeker niet aan voorwaarden die geen enkel verband hebben met het sociale recht in kwestie.
NIET NIEUW
Nieuw is het koppelen van bijkomende voorwaarden aan het verkrijgen van sociale rechten niet. In 2012 beperkte de regering-Di Rupo de betaling van inschakelingsuitkeringen tot 3 jaar. Tienduizenden mensen werden uitgesloten en konden zich enkel tot de OCMW' s wenden. In 2015 beperkte de regering-Michel het recht op een inschakelingsuitkering verder door te stellen dat aanvragers niet ouder mogen zijn dan 25 jaar (voorheen 30 jaar). Duizenden mensen verloren hun recht op een uitkering. De vakbonden gingen de afgelopen jaren een intense juridische strijd aan. Zij hebben tientallen uitgesloten mensen begeleid in de rechtbank om deze beperkingen van het recht op sociale bescherming aan te vechten. Een strijd die ze hebben gewonnen.
Er bestaat intussen een solide jurisprudentie, van de arbeidsrechtbanken tot het Hof van Cassatie, om dergelijke achteruitgang in sociale rechten tegen te gaan. Omdat de regeringen nooit hebben aangetoond dat deze maatregelen noodzakelijk waren voor de samenleving, verklaren de rechtbanken dat deze uitsluitingen in strijd zijn met de grondwet en met artikel 23 dat het recht op een menswaardig leven beschermt. De rechtbanken hebben daardoor het recht op een inschakelingsuitkering hersteld voor personen die bij de rechter een uitsluiting of weigering door de RVA hadden aangevochten. Al blijft het herstel beperkt tot die mensen die een proces hebben ingespannen.
In 2018 beperkte de Vlaamse regering de toegang tot de zorgbudgetten tot mensen die minstens 10 jaar (waarvan vijf jaar ononderbroken) verblijven in Vlaanderen of Brussel. Het Vlaamse zorgbudget geeft aan mensen die zwaar zorgbehoevend zijn financiële steun om hun zorg te kunnen betalen. Ook het betalen van een lagere zorgpremie werd aan die voorwaarden gekoppeld. Bovendien geldt er een inburgeringsplicht voor wie beroep wil doen op de zorgbudgetten. In het Vlaams inburgeringstraject moet er voor de cursus en het examen ondertussen ook al betaald worden, en is slagen verplicht. Het behalen van een inburgeringsattest is een pak moeilijker geworden. Daardoor dreigt integratie een eenrichtingsverkeer te worden, en wordt de drempel tot burgerschap en de sociale rechten die daaraan verbonden zijn steeds hoger gelegd. Hoelang moeten mensen trouwens in België verblijven voor ze van de naam 'nieuwkomer' af zijn? Minister Somers opperde onlangs zelfs dat nieuwkomers op termijn in hun thuisland zouden moeten inburgeren.
STANDSTILL-BEGINSEL
Herwig Verschueren schreef reeds eerder in Samenleving & Politiek (november 2019) dat deze maatregelen die het zorgbudget conditioneren en bemoeilijken manifest in strijd zijn met het 'standstillbeginsel' van artikel 23 van de Grondwet. Dit internationaal rechtsprincipe is de tegenvoeter van het engagement dat een regering neemt om geleidelijk vooruitgang te boeken inzake sociale rechten. Het artikel 23 verbiedt om sociale rechten terug te schroeven, tenzij er gegronde redenen van algemeen belang zijn die dit verantwoorden. Dat principe zorgde er al eerder voor dat een vergelijkbare voorwaarde van wettelijk verblijf die de regering-Michel had genomen voor de inkomensgarantie voor ouderen door het Grondwettelijk Hof werd vernietigd.
Geen wonder dat N-VA eist dat artikel 23 en het standstill-beginsel worden afgeschaft, zoals Celia Groothedde in het vorige nummer van Samenleving & Politiek (april 2023) uit de doeken deed. De partij ergert zich aan het feit dat die sociale grondrechten gekoppeld worden aan een verbod op achteruitgang. 'Zo perkt de wetgever de beleidsruimte van morgen in. Wat als het parlement democratisch zou willen beslissen om de kinderbijslag te vervangen door toelagen voor kinderopvang of door een tegemoetkoming in de schoolfacturen? Kan niet. Of wat als we voortaan sociale uitkeringen enkel willen geven aan wie al langer in het land verblijft? Mag niet, zo oordeelde het Grondwettelijk Hof', schrijft Sander Loones in een opiniestuk in Doorbraak.
Uitgerekend dit standstill-beginsel is het hoofdargument voor twaalf middenveldorganisaties, waaronder de vakbonden, CAW, SAAMO, Netwerk tegen Armoede en Vluchtelingenwerk Vlaanderen onder de noemer 'iedereen beschermd', om beroep aan te tekenen bij het Grondwettelijk Hof tegen deze achteruitgang inzake toegang tot de zorgbudgetten. Het is alsof de brandverzekering je zou verplichten om een polis af te sluiten, en aan het volle pond want geen recht op verminderde premies, maar wel weigert om je te vergoeden als je huis afbrandt, zeggen de organisaties.
DE LAT LIGT STEEDS HOGER VOOR KWETSBARE GROEPEN
In verschillende domeinen zien we dat vooral de Vlaamse regering de lat steeds hoger legt voor bepaalde groepen, in het bijzonder voor kwetsbare mensen, voor mensen in of op de rand van armoede en voor nieuwkomers. Dit beleid kan een gevaarlijk precedent zijn voor verdere hervormingen. Hier worden bepaalde groepen uitgesloten van de Vlaamse Sociale Bescherming, maar het is duidelijk dat er een groeiende tendens is om allerlei sociale rechten en diensten in de toekomst ook voorwaardelijk te maken.
Het voorwaardelijk maken van rechten creëert A- en B-burgers, en dat is tegen elk gelijkheidsbeginsel. Meer controles en sancties en strengere voorwaarden zorgen er ook voor dat sociale rechten steeds meer verworden tot gunsten en liefdadigheid, en dus de afhankelijkheid van mensen doen groeien. Terwijl sociale rechten eigenlijk zouden moeten zorgen voor emancipatie en voor sterkere mensen. De evolutie van de Vlaamse sociale bescherming zorgt er helaas voor dat de welvaartsstaat een pak repressiever en selectiever wordt.
Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 5 (mei), pagina 6 tot 10
RECHTS IN VLAANDEREN
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.