Wat is de beste strategie om de omvang van radicaal-rechts in te perken? En in hoeverre kan een democratie tolerant zijn tegenover intolerantie? Hierover zijn Vlamingen erg verdeeld.
Hoewel het cordon sanitaire tot nader orde van kracht blijft, veroorzaakt de aanpak van Vlaams Belang aanzienlijk wat verdeeldheid. Hoewel sommige vertegenwoordigers oproepen om het cordon te laten varen, houden de gevestigde partijen zich op de vlakte. Tot op heden gaat geen enkele gevestigde partij ondubbelzinnig voor bestuurscoalitie met Vlaams Belang. Toch staat de effectiviteit en legitimiteit van het cordon regelmatig te discussie, zeker in tijden waarin Vlaams Belang wellicht zal uitgroeien tot de grootste partij van Vlaanderen.
Zowel publieke opinie als politiek zijn verdeeld over de beste strategie tegenover extreemrechts. De electorale heropleving van Vlaams Belang heeft het publieke debat over de effectiviteit en legitimiteit van het cordon sanitaire nieuw leven ingeblazen. In essentie keren in het normatieve debat altijd twee fundamentele vragen terug: wat is de beste strategie om de omvang en de invloed van radicaalrechts in te perken? En in hoeverre kan, en moet, een democratie tolerant zijn tegenover intolerantie?
In deze bijdrage geef ik een staalkaart van wat burgers denken over het cordon sanitaire en welke argumenten worden ingezet door zowel voor- als tegenstanders. Deze inzichten vloeien voort uit diepte-interviews bij kiezers van zowel Vlaams Belang als andere partijen (Abts, 2015; Kochuyt & Abts, 2017). Hoewel de gebruikte gegevens al wat ouder zijn, blijkt het debat omtrent het cordon sanitaire nog steeds gestuurd te worden door dezelfde argumentatiekaders. Aan de ene kant worden pragmatische en strategische argumenten ingezet, aan de andere kant gaat het om principiële argumenten die worden gestuurd door kiezers hun opvattingen over democratie, hun perceptie van de partij als radicaal dan wel extreem, evenals door hun inschatting van de mogelijke risico’s die bestuursverantwoordelijkheid van deze partij met zich meebrengt.
HOE INTERPRETEREN KIEZERS HET CORDON?
Alvorens in te gaan op deze argumenten, blijkt dat Vlaams Belang stevig tekeergaat tegen de isolatiestrategie. De partij beschouwt het cordon als de 'politieke levensverzekering van links', ‘een protocol van de haat’ en een ‘ondemocratische maatregel’ omdat het de grootste partij buitenspel zet, een deel van het electoraat uitsluit en bepaalde maatschappelijke kwesties onbespreekbaar maakt. Ook in het publieke debat resoneren argumenten tegen het cordon sanitaire: Vlaams Belang is te groot geworden voor het cordon; het zou zijn outsiderimago versterken en de populistische aantrekkingskracht vergroten, waarbij de partij te weinig inhoudelijk wordt uitgedaagd en als een rattenvanger van Hamelen elke proteststem al te eenvoudig kan binnenhalen. Om die redenen wordt het cordon soms afgeschilderd als een politiek zwaktebod, zelfs antidemocratische maatregel.
De principiële verdedigers, daarentegen, beschouwen het cordon juist als een noodzakelijke strategie om het gedachtegoed van extreemrechts niet te normaliseren en de democratische cultuur te beschermen. Op het vlak van principes staat bijgevolg de procedurele benadering (die democratie ziet als een reeks van procedures waarin alle meningen getolereerd dienen te worden) tegenover de substantiële benadering (die democratie beschouwt als een regime dat gebaseerd is op respect voor de fundamentele waarden van vrijheid, gelijkheid en verdraagzaamheid). Dit neemt echter niet weg dat ook de effectiviteit ter discussie staat: sommigen beweren dat het cordon de electorale groei van Vlaams Belang afremt, heel wat anderen zien het toch eerder als een electoraal vliegwiel.
In deze bijdrage bekijken we hoe kiezers, met heel diverse achtergronden en opvattingen, het cordon sanitaire interpreteren en welke argumentatiekaders zij inzetten om hun standpunt voor of tegen deze maatregel te rechtvaardigen.
Voorafgaand valt op dat kiezers verschillende definities van het cordon sanitaire hanteren, waarbij zowel de intentie als de reikwijdte van het cordon anders wordt ingevuld. De intentie verwijst naar de achterliggende motivatie en functie die mensen toekennen aan de uitsluitingsstrategie. Sommigen zien het als een strategische zet, terwijl anderen het eerder als een principiële kwestie beschouwen. De reikwijdte verwijst dan weer naar het bereik ervan: is het louter gericht op Vlaams Belang-als-partij of viseert het ook haar kiezers? Vlaams Belang-kiezers zijn eenduidig. Zij zien het cordon als een platte machtsstrategie die zowel Vlaams Belang als zijn kiezers treft. Het is een strategische zet van de gevestigde partijen om de eigen greep op de macht te behouden en de belangen en waarden van het Vlaams Belang-electoraat buitenspel te zetten. De niet-Vlaams Belang-kiezers zijn daarentegen intern sterk verdeeld, hoewel vrijwel allen stellen dat het cordon de Vlaams Belang-kiezers niet mag viseren. Sommigen verwerpen het cordon om deze reden, terwijl anderen toch de principiële afwijzing van Vlaams Belang als verwerpelijke en ondemocratische partij laten prevaleren.
Bij de evaluatie van de effectiviteit en legitimiteit van het cordon schipperen kiezers tussen strategische, affectieve en principiële argumenten.
Bij de evaluatie van de effectiviteit en legitimiteit van het cordon schipperen kiezers tussen strategische, affectieve en principiële argumenten. Strategisch evalueren kiezers de effectiviteit van het cordon, namelijk de electorale en beleidsmatige gevolgen ervan. Kiezers reageren echter ook heel emotioneel, aangezien de partij zowel gevoelens van hoop, twijfel en angst oproept. Ten slotte baseren kiezers hun standpunt op democratische waarden. In de volgende paragrafen gaan we in op de inhoud van deze argumentatieregisters. We belichten de overeenkomsten en de verschillen tussen Vlaams Belang-kiezers en andere kiezers.
DE EFFECTIVITEIT VAN HET CORDON
Bij vrijwel alle kiezers wegen de praktische, electorale en beleidsmatige gevolgen zwaar door bij de beoordeling van het cordon sanitaire en een mogelijke bestuursdeelname van Vlaams Belang.
Bij Vlaams Belang-kiezers
Vlaams Belang-kiezers benadrukken de negatieve consequenties: het cordon is een bron van ondegelijk en slecht bestuur dat visie en daadkracht mist omdat het tot onsamenhangende coalities leidt. In hun ogen verdient de partij een kans om zich te bewijzen en leeft er de hoop op verandering. Bij een deel van het Vlaams Belang-electoraat gaat het werkelijk om een geloof in het populistisch appel van ‘ander en beter’ en een rotsvaste overtuiging dat Vlaams Belang daadwerkelijk luistert naar het volk en het eindelijk de échte problemen zal aanpakken en oplossen. Bij andere VB-kiezers heerst er toch wat scepticisme. Maar ondanks het besef dat het evengoed kan tegenvallen, vindt men toch dat de partij een kans verdient. Bestuursdeelname wordt hier beschouwd als een berekend risico. De twijfel over de slaagkansen van beleidsdeelname maakt dat een klein deel van het Vlaams Belang-electoraat pleit voor structurele oppositie, in de overtuiging dat Vlaams Belang zo veel meer invloed op de politieke agenda kan (blijven) uitoefenen. Er heerst de vrees dat Vlaams Belang zich aan de macht zal verbranden: het is electorale kamikaze, waardoor het de gevestigde partijen niet langer onder druk zou kunnen zetten en prangende kwesties zoals migratie, Vlaanderen, veiligheid en politiek fatsoen van de politieke agenda kunnen verdwijnen. Niet onbelangrijk is dat de meeste Vlaams Belang-kiezers niet onvoorwaardelijk de partij achterna lopen, maar eerder een zeker scepticisme en voorbehoud hebben tegenover hun eigen partij. Ze balanceren tussen hoop op radicale ommekeer en angst voor desillusie. Toch geven het uitgesproken anti-establishmentsentiment en het sterke veranderingsverlangen de doorslag. Ofschoon hun stem onvoorwaardelijk is, is het voor de meeste Vlaams Belang-kiezers onvermijdelijk: er moet nu écht iets gebeuren, er is geen andere uitweg meer.
Bij niet-Vlaams Belang-kiezers
Bij de niet-Vlaams Belang-kiezers manifesteert zich een duidelijke tweespalt.
Een deel pleit voor de afschaffing van het cordon omdat ze het als contraproductief beschouwen. De inschikkelijke kiezers vinden dat het cordon in strijd is met goed bestuur, aangezien het tot absurde situaties en onwerkbare coalities leidt. Om die reden gunnen ze Vlaams Belang het voordeel van de twijfel. Daarentegen laten de cynische niet-Vlaams Belang-kiezers het cordon varen uit defaitisme. Hun diagnose is dat het cordon het omgekeerde effect heeft dan beoogd, en daarom pleiten ze voor afschaffing: het opgelegde isolement maakt Vlaams Belang immers tot een slachtoffer. Het maakt de partij slapend rijk omdat het cordon alle onrecht en onbehagen rechtstreeks naar Vlaams Belang irrigeert. Bovendien zorgt het ervoor dat de partij nooit politieke keuzes hoeft te maken en de rangen moeiteloos gesloten kan houden. Cynisch concluderen deze kiezers dat er slechts één oplossing rest: de partij zich laten verbranden aan de macht, zodat de populistische demagogie ontmaskerd wordt wanneer haar voorstellen onuitvoerbaar blijken te zijn. Deze kiezers zien machtsdeelname van beperkte duur als een berekend risico en de enige overblijvende optie om de partij klein te krijgen.
Bij de niet-Vlaams Belang-kiezers manifesteert zich een duidelijke tweespalt over het cordon.
Een ander deel van de niet-Vlaams Belang-kiezers hebben, echter, weinig vertrouwen in de verbrandingsstrategie. Bevreesd voor de onbedoelde gevolgen beschouwen zij een mogelijke bestuursdeelname van extreemrechts als een te riskant experiment of ondoordacht risico. Deze vrees krijgt op verschillende manieren gestalte. Ten eerste zijn ze niet overtuigd dat Vlaams Belang in de regering zal falen of intern verscheurd zal worden, laat staan dat hun kiezers de partij massaal de rug zullen toekeren. Daarnaast zijn ze niet geheel gerust in de fatsoenerende werking van de democratie. Zij willen de doos van Pandora niet openen en hanteren het voorzorgsprincipe: je kunt niet voorzichtig genoeg zijn met betrekking tot extreemrechts. Ten tweede bestaat de vrees dat extreemrechts aan de macht buitengewoon veel schade kan aanrichten. Met name voor minderheidsgroepen kunnen de gevolgen ingrijpend en pervers zijn, net zoals ze ook vrezen voor een verdere verruwing van het maatschappelijke leven en opgeschroefde conflicten. Volgens deze kiezers is samenwerking met Vlaams Belang dan ook geen verdedigbare strategie. Zij verwijten de zogenaamde ‘verbrandingsstrategen’ een bijzonder cynische houding: deze strategen presenteren slecht bestuur immers als het enige overblijvende alternatief, maar minimaliseren de perverse gevolgen voor tal van kwetsbare groepen. Daarbij vergeten ze dat het nadien wellicht heel wat tijd en moeite zal kosten om de ontwrichte sociale orde te herstellen. Binnen dit frame hoort zulk risicovol experiment niet thuis in een beschaafde samenleving, waarbij soms zelfs verwezen wordt naar het historisch fascisme om dit punt kracht bij te zetten.
DE LEGITIMITEIT VAN HET CORDON
Naast strategie en vrees spelen ook heel wat principiële argumenten een rol bij de evaluatie van de legitimiteit van het cordon sanitaire.
Bij Vlaams Belang-kiezers
Vrijwel alle Vlaams Belang-kiezers beschouwen het cordon sanitaire als ondemocratisch en onrechtvaardig. Het sluit niet alleen een partij uit, maar diskwalificeert tegelijkertijd haar kiezers. De uitsluitingsstrategie wordt ervaren als een inbreuk op het principe van electorale competitie en toerekenbaarheid. Vlaams Belang-kiezers betogen dat de maatregel de werkelijke machtsverhoudingen vertekent en de democratische aanspreekbaarheid en effectieve machtswisseling belemmert. Ze stellen dat machtsdeelname een basisrecht is van elke verkozen partij en dat de uitsluiting van Vlaams Belang tegen de wil van het volk ingaat. Zeker omdat het om de (bijna) grootste partij in Vlaanderen gaat, ervaren veel Vlaams Belang-kiezers de uitsluiting als een schending van de principes van intrinsieke gelijkheid en insluiting. In hun ogen wordt de partij en haar kiezers het recht ontzegd om haar politieke ideeën in praktijk te brengen, wat getuigt van een totaal gebrek aan politiek fatsoen en wederzijds respect. ‘Men ziet ons niet als een gelijke tegenstander, maar als politieke vijand, zelfs paria’. In hun strijd verwijzen Vlaams Belang-kiezers vaak naar de vrijheid van meningsuiting. Het cordon zorgt er immers voor dat bepaalde denkbeelden en waarden niet gearticuleerd kunnen worden, er rust zelfs een taboe op. Heel wat Vlaams Belang-kiezers ervaren het cordon sanitaire daarom als hun symbolische uitsluiting van de politieke gemeenschap. Ze voelen zich gestigmatiseerd en vernederd door de gevestigde partijen, wat hun gevoel van onrecht, miskenning en onmacht alleen nog maar meer bevestigt. De burger die zich onterecht in de steek gelaten voelt door de maatschappij vindt haar evenbeeld in Vlaams Belang dat binnen het politieke systeem met het cordon op gelijkaardige wijze als Fremdkörper wordt weggezet.
Heel wat Vlaams Belang-kiezers ervaren het cordon sanitaire als een symbolische uitsluiting. Ze voelen zich gestigmatiseerd en vernederd door de gevestigde partijen.
Bij niet-Vlaams Belang-kiezers
Een aanzienlijk deel van de niet-Vlaams Belang kiezers beschouwt het cordon eveneens als illegitiem en ongepast. Hun argumentatie vertoont enige gelijkenissen met die van het Vlaams Belang-electoraat. Ze zijn het erover eens dat de uitsluitingsstrategie de logica van electorale democratie niet eerbiedigt en de grenzen van politiek fatsoen overschrijdt. Volgens hen is het ongepast dat kleine partijen meer macht hebben, terwijl een grote partij zoals Vlaams Belang bij voorbaat wordt uitgesloten. Men verwijst naar een representativiteitsdeficit: ‘Je kan niet zomaar 800.000 kiezers aan de zijlijn laten staan’. Sterker nog, nogal wat niet-Vlaams Belang-kiezers geven aan dat Vlaams Belang electoraal gezien te groot is geworden, waardoor haar politieke uitsluiting niet langer te rechtvaardigen is. Het feit dat Vlaams Belang geen aanspraak kan maken op de macht wordt door deze niet-Vlaams Belang-kiezers gezien als een gebrek aan politiek fatsoen. Zij zien het cordon sanitaire dan ook als een onhoudbaar politiek zwaktebod en benadrukken dat democratisch pluralisme net impliceert dat elke partij, hoe verwerpelijk ook, recht heeft op haar eigen mening en politieke representatie.
Het merendeel van de kiezers die niet op Vlaams Belang stemmen, weerlegt echter het idee dat het cordon ondemocratisch is en benadrukt juist dat Vlaams Belang onfatsoenlijk is.
Allereerst onderstrepen zij dat het cordon niet in strijd is met het meerderheidsbeginsel. Ondanks dat Vlaams Belang beweert de wil van het volk te belichamen, kan de partij niet rekenen op de steun van de meerderheid. Deze redenering wijst er op dat het cordon de vrijheden en rechten van Vlaams Belang niet aantast, aangezien de partij nog steeds verkiesbaar is en vrijelijk haar standpunten in de publieke ruimte en het parlement kan uiten. Wel is het zo dat een meerderheid altijd het recht heeft om te beslissen om niet met een bepaalde partij samen te werken.
Achter deze procedurele uitleg schuilt, ten tweede, een specifieke opvatting over democratie. Voorstanders van het cordon stellen dat democratie niet alleen draait om het volgen van de volkswil (volkssoevereiniteit), maar ook om het waarborgen van vrijheden en rechten voor iedereen (checks and balances). In deze argumentatie verdedigen zij in feite de idee van een weerbare democratie, waarbij men best niet samenwerkt met ondemocratische partijen die minachting tonen voor de waarden en omgangsregels van de liberale democratie. Ter verdediging van het cordon betogen ze dat de uitsluitende ideologie van Vlaams Belang onverenigbaar is met de substantiële waarden van vrijheid, gelijkheid, respect en verdraagzaamheid. Het eindoordeel luidt dat een partij die vasthoudt aan een racistisch programma, die uitsluiting propageert, die specifieke groepen vernedert en hun menselijke waardigheid ontneemt, niet thuishoort in een fatsoenlijke samenleving. Ze zijn van mening dat de partij zelf verantwoordelijk is voor haar politieke isolement en dat het cordon gerechtvaardigd blijft zolang Vlaams Belang zijn racistische programma niet onvoorwaardelijk afzweert en geen blijk geeft van democratische verantwoordelijk.
RADICAAL-RECHTS EN DE STRIJD OM DE DEMOCRATIE
Uit deze analyse komen drie opvallende kwesties naar voren.
Een. Het valt op dat het betoog van de meeste Vlaams Belang-kiezers heel coherent is, waarbij strategische en principiële argumenten elkaar versterken. Ook een kleine groep van militante democraten pleit zelfzeker voor minimale tolerantie, waarbij het cordon als het sluitstuk van de weerbare democratie wordt aanzien. De meerderheid van niet-Vlaams Belang-kiezers blijkt het daarentegen moeilijk te hebben om een duidelijk standpunt in te nemen. Het cordon roept bij hen tegenstrijdige argumenten op, wat resulteert in een vertoog doorspekt met twijfels. Ze zijn van mening dat Vlaams Belang niet mag worden uitgesloten, maar aarzelen toch om de partij bestuursverantwoordelijkheid te geven. Hierdoor zijn zij zowel voor als tegen het cordon, aangezien hun strategische en principiële posities niet noodzakelijk met elkaar stroken en democratische principes met elkaar in conflict komen. Deze paradox leidt tot een zigzagbeweging tussen partiële tolerantie en partiële repressie. Een voorname conclusie is dat afkeuring van het cordon nog niet betekent dat men Vlaams Belang daadwerkelijk in de regering wil zien.
De meerderheid van niet-Vlaams Belang-kiezers blijkt het moeilijk te hebben om een duidelijk standpunt in te nemen.
Twee. Het valt op dat zowel voor- als tegenstanders van het cordon hun standpunt duiden in termen van democratie. Vlaams Belang-kiezers zien hun partij als de ware verdediger van de democratie. Hun argumentatie stoelt op een procedurele of populistische opvatting van democratie, die de nadruk legt op volkssoevereiniteit. Volgens hen kunnen democratische partijen de stem van het volk nooit uitsluiten. Voorstanders van het cordon grijpen daarentegen eerder naar een substantieve opvatting van democratie, waarbij samenwerking met Vlaams Belang wordt uitgesloten vanwege de onverenigbaarheid van haar haar ideologie met de fundamentele waarden van vrijheid en gelijkheid. Beide kampen delen de stelling dat niet zijzelf, maar de ander ondemocratisch is. De hele discussie raakt gevangen in de paradox van de liberale democratie waarbij de procedureel-populistische interpretatie (volkssoevereiniteit) tegenover de substantief-liberale interpretatie (checks and balances) van democratie komt te staan.
Drie. Iemands houding tegenover het cordon sanitaire blijkt sterk afhankelijk van hoe zij Vlaams Belang en het democratisch systeem percipiëren. De meeste Vlaams Belang-kiezers beschrijven Vlaams Belang als een radicaal-rechtse partij met een populistische stijl en radicale standpunten, die evenwel binnen de krijtlijnen van de pluralistische democratie ageert. Voorstanders van het cordon bestempelen Vlaams Belang echter als een extreemrechtse partij wiens ideologie in strijd is met de liberale democratische waarden. Een tussenliggende groep plaatst Vlaams Belang wel apart, maar dat betekent nog niet dat ze daarom eenduidig voor een cordon zijn. Hun reactie hangt samen met twee factoren: enerzijds het vertrouwen in Vlaams Belang, en anderzijds het vertrouwen in de maturiteit van het democratisch systeem. Naarmate zij minder geloven in de goede bedoelingen van Vlaams Belang en in de capaciteit van het democratisch systeem om een regering met Vlaams Belang te neutraliseren, wordt de kans groter dat ze toch voor een cordon zijn. In dit geval wordt het toelaten van Vlaams Belang tot bestuursmacht gezien als, indien al niet democratisch verraad, toch zeker als een onverantwoord risico.
EINDNOTEN
- Abts, K. (2015). Attitudes towards a cordon sanitaire vis-à-vis extremist parties: instrumental pragmatism, affective reactions, and democratic principles. Ethical Perspectives, 22(4), 667-698.
- Kochuyt, T. & Abts, K. (2017). Ongehoord populisme. Vlaams Belang kiezers over stad, migranten, welvaartsstaat, integratie en politiek. Brussel: Academic Scientific Publisher editions.
Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 2 (februari), pagina 36 tot 42
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.