Armoede is zo veel meer dan een geld- of inkomenstekort, zo luidt de mantra. Maar is dat wel zo?
17 oktober, Werelddag van Verzet tegen Armoede, is altijd een pijnlijke dag. 7,7% van de Vlamingen leeft onder de armoedegrens. Wat blijft verbazen, is de vele aandacht voor armoede, de vele rapporten, verslagen en barometers terwijl de cijfers nauwelijks bewegen. Dan een procentje meer, dan weer een procentje minder.
Armoedebestrijding is een sector waarin duizenden mensen het beste van zichzelf geven, vechtend tegen de bierkaai van de bureaucratie en de disciplinering. Een sector waarin het onderzoek jaar na jaar de definities verfijnt en de metingen bijstelt. Een ‘wicked problem’, zo heet het nu, een lastig probleem.
Maar is het dat ook? Is armoede dan zo moeilijk te bestrijden?
Het spreekt voor zich dat een leuke baan, een goede uitkering en een decent inkomen meteen het einde van de armoede kunnen betekenen. Is het armoedebeleid ook daarop gericht? Uiteindelijk wel, hoor ik alle sociale werkers in koor antwoorden. Ondertussen moeten ze echter wel een hinderpalenkoers lopen voor nog een papier hier, een certificaat daar, getuigenis van dit en diploma van dat. En bewijzen dat je Nederlands kent. Vlaams is ook goed.
Het onderzoek houdt zich inmiddels bezig met het berekenen van materiële deprivatie, ernstig of gewoon, definities van multilevel governance, met aandacht voor de toeleiders op zoek naar een zorgcontinuum om dan de transversale doelstellingen te kunnen halen.
Zucht.
Woorden zijn belangrijk. Definities doen er toe. Misschien wringt daar het schoentje?
Armoede is zo veel meer dan een geld- of inkomenstekort, zo luidt de mantra. Er is kansarmoede en energie-armoede, vervoersarmoede, woonarmoede en menstruatie-armoede.
Als je armoede echt de wereld uit wil, dan werk je best met een bondige en concrete definitie die meteen het doel aangeeft: een inkomen om waardig te leven.
Kijk, als je armoede echt de wereld uit wil, dan werk je best met een bondige en concrete definitie die meteen het doel aangeeft. Een inkomen om waardig te leven. Als het de bedoeling is om armoede in al zijn facetten te bestuderen, dan kan je definitie niet ruim en breed genoeg zijn.
Haal die twee echter niet door elkaar. “Bestaanszekerheid is een voorwaarde om uit de armoede te geraken”, zo las ik op Facebook, “maar het is niet voldoende”. Hoezo niet voldoende? Of Tim ’s Jongers: “Armoede is zoveel meer dan geen geld hebben. En de armoede verlaat je helaas niet eens je geld hebt”.
Dit is een probleem. Want er wordt gejongleerd met twee verschillende betekenissen van ‘armoede’ en daardoor wordt uit het oog verloren wat de bedoeling moet zijn. De eerste bedoeling is mensen zelfredzaam maken en niet alle psycho-sociale problemen oplossen. Mensen moeten voldoende inkomen hebben om voor zichzelf te kunnen zorgen en autonoom te kunnen leven. Kunnen er dan nog psychologische problemen overblijven? Jazeker, net zoals bij zoveel andere mensen die jeugd- of andere trauma’s oplopen. Dit is echter geen ‘armoede’ meer.
Er wordt gejongleerd met verschillende betekenissen van ‘armoede’ en daardoor wordt uit het oog verloren wat de bedoeling moet zijn.
Armoede is een inkomenstekort. Dit stellen betekent niet dat alle andere zogenaamd multidimensionele problemen worden genegeerd, wel dat de prioriteiten juist worden gesteld. In de huidige beleidspraktijk wordt echter het inkomen te vaak naar achteren geschoven. Door er een ‘wicked problem’ van te maken, waarbij je niet langer weet waar en hoe er aan te beginnen, door oorzaken en gevolgen met elkaar te verwarren, door heldere definities te laten vervuilen door slordige en misleidende uitspraken, verzandt het probleem in een ondoorzichtige en onontwarbare woordenbrij. Terwijl, met een behoorlijk inkomen, de meeste nevenproblemen als sneeuw voor de zon verdwijnen.
Armoede is inkomenstekort. Dat oplossen betekent dat mensen de huur kunnen betalen en brood op de plank hebben. En kunnen deelnemen, zo ze dat wensen, aan het maatschappelijk leven.
Het betekent niet dat je armoede enkel kan oplossen door mensen geld te geven. Het betekent wel dat je moet inzetten op een dak boven het hoofd, op een uitkering, op een baan. Met telkens in het achterhoofd, hoe leidt dit tot een inkomen waarmee waardig kan geleefd worden? Met een leefloon van 1.250 euro per maand kan dit zeker niet. Dit hoeft dan niet te leiden tot een dilemma of een trilemma, maar tot een eis om die uitkeringen op te trekken en, indien nodig, ook de minimumlonen te verhogen.
Wie armoede wil bestrijden, moet er in eerste instantie voor zorgen dat er geen armoede meer geproduceerd wordt. Want we leven niet enkel in een ongelijkheidsmachine, zoals Paul Goossens dat zo schitterend heeft uitgelegd, we leven ook in een armoedefabriek en dat is de enige fabriek die dringend dicht moet.
Wie armoede wil bestrijden, moet er in eerste instantie voor zorgen dat er geen armoede meer geproduceerd wordt.
Het recente Vlaams regeerakkoord is een zoveelste voorbeeld van zo’n fabriek: voorwaarden opleggen om toegang te krijgen tot rechten zodat je mensen in de armoede duwt, dat je armoede creëert.
Alle soberheidsprogramma’s die een rijkentaks of een belasting op vermogens willen vermijden, het zijn afdelingen van de armoedefabriek.
Alle pogingen om de werkloosheidsuitkeringen te korten, elk postkantoor of stationsloket dat dicht gaat, elke betaalautomaat die uitvalt, elke bushalte die verdwijnt, elke robot die je telefoonoproep beantwoordt (klik één klik twee…), het zijn praktijken die uitsluiten en meewerken aan de armoedefabriek.
Elk sociaal overleg dat verdwijnt, elke beperking van het stakings- of protestrecht, ze ondermijnen de democratie en komen terecht in de armoedefabriek.
België telt 165.000 werkende armen, zo stelt de POD Maatschappelijke integratie, en dat komt door de vele ‘hybride’ statuten, allemaal onderdeel van de armoedefabriek.
Armoede kan in onze rijke samenleving geen bestaansrecht hebben, armoede moet volledig worden uitgeroeid en worden voorkomen met een verzorgingsstaat en met eerlijke belastingen. En een armoedebeleid dat gericht is op inkomen en zelfredzaamheid.
We onderschatten nog steeds de logica die achter alle mooi verhalen over armoedebestrijding schuil gaan. Want neen, het beleid wil de armoede níet uit de wereld, integendeel, men wil ze in stand houden om de echte problemen te kunnen verzwijgen, de groeiende ongelijkheid en de ontzaglijk grote vermogens die toenemen terwijl de onderkant van de samenleving verarmt. En met wat liefdadigheid erbij te doen alsof we goed bezig zijn.
Armoede is niet wat arme mensen over hun leven vertellen en waar niet-arme mensen dan een besluit uit trekken. Want ja, ze vertellen over een te dure supermarkt en apotheker en over de veel te hoge huur. En over de angst die dat veroorzaakt. De wanhoop. Met wat geld kan alles betaald worden. Armoede komt uit een politiek en economisch fabriekje dat armoede produceert, het is een ideologische constructie die kennis en waarheid verspreidt, die er voor zorgt dat we door de bomen het bos niet meer zien en dat bos zelfs niet meer durven benoemen.
In Vlaanderen rust nog steeds een taboe op het thema van armoede als inkomenstekort.
In Vlaanderen rust nog steeds een taboe op het thema van armoede als inkomenstekort. Terwijl sociale werkers machteloos ploeteren om arme mensen hun verhaal te laten doen, worden vakbonden gemuilkorfd en gaat de zoveelste echte fabrieksdeur dicht.
Armoede moet de wereld uit. Arme mensen zijn in eerste instantie terecht bekommerd om het brood op de plank. Grote morele principes helpen niet als je honger hebt of geen dak boven het hoofd. Haat en onverdraagzaamheid vinden een voedingsbodem in de vele ongerijmdheden en de bureaucratische rompslomp van het huidig beleid en in de mist die rond simpele problemen wordt opgetrokken. Telkens opnieuw zijn het gewone mensen die de rekening moeten betalen van een fundamenteel onrechtvaardig systeem dat schandelijk grote ongelijkheden bevordert, toelaat en gedoogt. Het beleid gaat dan op zoek naar de armsten onder de armen en kijkt naar kinderarmoede terwijl de papa’s en de mama’s geen uitkering krijgen. Dat moet stoppen. Noem de dingen bij hun naam. Maak armoede illegaal en laat ze voor altijd verdwijnen.
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.