Als dit nummer van Samenleving en politiek verschijnt, heeft de sp.a een nieuwe voorzitter. De verkiezingen zijn, getrouw aan de statuten, in verschillende fasen verlopen. De basis is geraadpleegd en kreeg inderdaad de mogelijkheid zich terdege te informeren. Leden kregen in de diverse provincies de kandidaat-voorzitters en -ondervoorzitters op bezoek. De ontvangen kiesbrief, vergezeld van beider kandidaten intentieverklaring, kon dus met kennis van zaken worden ingevuld. Een voorbeeld van democratie en openheid? Een totaal nieuwe wind door de sp.a gelederen? Niet helemaal.
Achter gesloten deuren
Geert Buelens schrijft in een hard maar schitterend artikel (Democratie en Openheid, De Morgen, 10 oktober) terecht over de verbijsterende beslissing de pers bij de bijeenkomsten niet toe te laten. Een beslissing genomen, naar eigen zeggen van de kandidaten, door de administratief secretaris van de partij. Men kan het vreemd vinden dat een administratief secretaris beslist over een gebeuren dat m.i. toch een politieke impact heeft. Men kan voor die keuze weliswaar allerhande rechtvaardigingen bedenken waarvoor men zelfs begrip kan opbrengen: vergaderingen konden uiteraard niet in elke provincie op dezelfde dag gebeuren waardoor commentaar in de pers, naar gelang de opinie van de diverse journalisten, de leden kon beïnvloeden; kwaadwillig commentaar was niet uit te sluiten, waardoor de sereniteit van de verkiezing in gevaar zou komen, enzovoort.
Niettemin, in deze periode waarin (onder meer door het stilaan absurde gedoe rond de regeringsvorming) politiek op zich en politici persoonlijk zich niet kunnen verheugen in bijzondere sympathie van de bevolking, lijkt deze geheimzinnigheid mij een blunder.
Gebrek aan vertrouwen?
Buelens vraagt zich af of er in deze sprake kan zijn van gebrek aan vertrouwen in het inzicht van de basis (hij gebruikt een sterkere uitdrukking) en dus schroom om daarmee naar buiten te komen. Dat kan.
Anders dan gebrek aan inzicht kon ook manifeste onverschilligheid aan het licht komen. Ik kan uiteraard niet over alle provinciale bijeenkomsten oordelen, enkel over deze waarbij ik zelf betrokken was, in casu Oost-Vlaanderen. Daar heb ik, tot mijn enorme verbazing, vastgesteld dat mandatarissen, kopstukken en bestuursleden in groten getale afwezig waren. Ze wisten wat er zou worden gezegd, uiteraard. Ze wisten voor welke kandidaat hun provincie had gestemd. Maar is het te veel gevraagd om door hun aanwezigheid (of toch van een paar van hen) én hun kandidaat te steunen én de leden die de moeite namen aanwezig te zijn, het prettige gevoel te geven dat ze erbij horen en dat de vergadering toch wel enig belang heeft? Was ook deze afwezigheid gepland? Dat kan, maar dat zal de zich enigszins verweesd voelende aanwezigen worst wezen.
Onzekerheid?
Kan het ook zijn dat kandidaten niet helemaal zeker waren van zichzelf? Kleinigheden verraden immers soms dat men toch nog niet zo vertrouwd is met de beweging als zou moeten. Precies op een moment waarin men duidelijk stelt de samenwerking met vakbond en mutualiteit in ere te zullen herstellen, is het ietwat pijnlijk deze laatste meerdere keren met een andere naam te noemen. Zo heet bijvoorbeeld de mutualiteit in Oost-Vlaanderen, voor wie het niet zou weten, niét De Voorzorg (dat zijn daar de liberalen) maar Bond Moyson, naar Emiel Moyson de grondlegger van de socialistische mutualiteiten. Of waren ze beducht voor de weg die de discussie kon opgaan?
Buelens, blijkbaar ingelicht, stelt hoe er van discussie nauwelijks sprake was. Ik kan niet anders dan dit beamen. Vragen waren meestal niet relevant en de antwoorden navenant. Waar de kandidaat-voorzitters, soms, de ideologische toer opgingen, was dit zo pijnlijk dat men het er best niet over kan hebben.
Klein lichtpunt
De uiteenzetting van kandidaat-ondervoorzitter Dirk Van der Maelen was in feite een verademing. Hij had het vooral over de dagelijkse werking van de partij en daarbij was het bijzonder aangenaam te vernemen dat het fameuze onding Tapas zou verdwijnen, of toch zeker grondig omgevormd.
Men blijkt ook te hebben begrepen dat de vorming van militanten en zelfs jonge mandatarissen een noodzaak is. Die vorming zal worden aangepakt, wat inderdaad grondig nodig is.
Ook het geplande regelmatig contact tussen nationale en plaatselijke mandatarissen met de militanten van de afdelingen kan niet anders dan met applaus worden begroet. Evenals het in de besprekingen betrekken van in een of ander onderwerp gespecialiseerde militanten. Bij het contact met andere actiegroepen en bewegingen hoop ik dat men ook oog heeft voor actieve vrouwenbewegingen (bijvoorbeeld ‘Vrouwen in het zwart’). Dat men de contacten met de overige Europese socialistische partijen meer wil structureren, is eveneens een goede zaak.
Wanneer men er in slaagt deze, en andere, praktische maar zeer belangrijke punten waar te maken (en vol te houden!), enkel dan is de kans op een succesrijke nieuwe start reëel.
Zijlijn
Laat ik meteen bekennen: ik heb niét gestemd.
Waarom niet? De vrees die ik in mijn vorige bijdrage (Samenleving en politiek, jg.14/ 2007, nr.7) uitsprak, is mij nooit zo duidelijk geweest als in deze provinciale vergadering op een sombere regenavond, met partijgenoten die ik van haar noch pluimen kende. Mijn partij is er niet meer. Is er sinds lang niet meer. En het is goed zo.
Wat niét goed is: geen van de kandidaten (met een héél lichte uitzondering) heeft mij kunnen overtuigen dat de intense bezieling, nochtans nodig voor het uit de grond stampen van een nieuwe socialistische beweging, aanwezig is. Wij zijn niet langer de partij van het Communistisch Manifest, hoe waardevol dit ook moge zijn. We zijn al járen Au delà du Marxisme.
Ontelbare belangrijke, interessante publicaties zijn over deze evolutie verschenen. Bij ons en elders. Er zijn splintergroepen ontstaan en veel socialistische partijen zijn nieuwe wegen opgegaan. Maar geen is er in geslaagd het nieuwe socialisme in een partij, in een grote, bezielde beweging vorm te geven. Ik vrees dat dit ook nu niet zal gebeuren.
Janine De Rop
Auteur en oud-medewerkster dagblad Vooruit
sp.a - socialisme - verkiezingen
Samenleving & Politiek, Jaargang 14, 2007, nr. 8 (oktober), pagina 38 tot 39
WAT NU MET DE SP.A?
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.