Abonneer Log in

België voorbeeldland?

SOCIALE BESCHERMING VOOR IEDEREEN

Samenleving & Politiek, Jaargang 22, 2015, nr. 8 (oktober), pagina 9 tot 13

Het is een vreemde zaak. Ondanks verschillende initiatieven die er rechtstreeks of onrechtstreeks bij aansluiten, heeft het Belgische middenveld nog nooit een brede campagne georganiseerd voor wereldwijde sociale bescherming (hoewel drie vierde van de wereldbevolking er van verstoken blijft). Met de gemeenschappelijke campagne ‘Sociale bescherming voor iedereen’ is dat nu wel het geval. Vandaag weten we immers dat wereldwijde sociale bescherming haalbaar én betaalbaar is. De Belgische expertise en ervaring op vlak van sociale bescherming kan ons land een voortrekkersrol geven in deze wereldwijde agenda. Alleen, dat zal niet vanzelf gebeuren.

De sociale zekerheid (en, ruimer, het concept van sociale bescherming) is geen privilege voor rijke, geïndustrialiseerde landen. Ziekteverzekering, pensioen, kindergeld, werkloosheidsuitkeringen of een faillissementsverzekering: het mag geen onbetaalbare luxe zijn voor ontwikkelingslanden. De traditionele focus op honger en armoede in onze sector blijft uiteraard nodig, maar we doen meer. En dat moet ook maar eens aan bod komen in een grote campagne zoals deze: ‘Sociale bescherming voor iedereen’.

Een volwaardige sociale bescherming, in alle fasen van het leven, kan een samenleving fundamenteel transformeren. Omdat ze rijkdom herverdeelt, de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen vermindert en een hefboom is voor economische ontwikkeling. Omdat ze de koopkracht van de bevolking op peil houdt wanneer het economisch moeilijk gaat. Omdat ze voorkomt dat mensen bij de minste tegenslag in armoede terechtkomen.

EEN TERUGBLIK

Hoewel het recht op sociale zekerheid al sinds 1948 opgenomen is in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, en dit recht in 1952 door de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) concreet uitgewerkt werd in Conventie 102, duurde het tot de lancering van de Waardig Werk agenda door diezelfde IAO in 1999 vooraleer sociale bescherming naar voor geschoven werd als essentieel onderdeel van een bredere, sociale ontwikkelingsagenda. Desondanks kwamen noch waardig werk, noch sociale bescherming voor in de oorspronkelijke Millenniumdoelstellingen. Dat werd pas in 2007 een beetje rechtgezet met de opname van een specifiek streefdoel voor ‘volledige en productieve tewerkstelling en waardig werk voor iedereen.’ Een direct gevolg van de internationale campagne Decent Work - Decent Life. Ook in België voerden Noord-Zuidbeweging en vakbonden daar samen campagne over: de Waardig Werk-campagne (2008-2009).

Zelfs met die breed gedragen agenda, waarvan sociale bescherming een van de pijlers is, bleef het thema grotendeels afwezig in de dagelijkse praktijk van de ontwikkelingssamenwerking. Zowel bij de meeste ngo’s als in de bilaterale en multilaterale samenwerking was de bestrijding van de extreemste armoede, geïnspireerd door de Millenniumdoelstellingen, de hoofdbekommernis. Herverdeling en bredere sociale ontwikkeling verdwenen naar de achtergrond.

De voorbije jaren tonen een kentering in die aanpak. Armoedebestrijding is een goede zaak, maar het uitbouwen van maatregelen en structuren die haar kunnen voorkomen, is beter. Zelfs bij de Wereldbank begint het besef door te dringen dat sociale bescherming meer is dan tijdelijke en aan allerlei voorwaarden gekoppelde ‘noodsteun’ voor slachtoffers van rampen. Gestimuleerd door de breed gesteunde Aanbeveling 202 van de IAO over de Social Protection Floors (goedgekeurd in 2012) en dankzij de druk van enkele landen (waaronder België), vakbonden en sociale organisaties wereldwijd zijn ongelijkheid, waardig werk en sociale bescherming veel beter opgenomen in de post-2015 duurzame ontwikkelingsdoelen - al is die opname nog geen garantie.

BREDE CAMPAGNE

Ook bij 11.11.11 leeft al sinds haar ontstaan de overtuiging dat structurele oorzaken aanpakken de juiste weg is. Toch duurde het tot dit jaar om een expliciete campagne over sociale bescherming op poten te zetten en ngo’s, vakbonden en mutualiteiten samen te brengen onder de slogan ‘Sociale bescherming voor iedereen’. Twintig organisaties met een gigantisch ledenaantal en van uiteenlopende ideologische strekking, schreven samen een visie en eisenbundel. Twee jaar lang (2015-2016) voeren we nu campagne.

Waarom nu pas? Berekeningen van de IAO leren ons dat - ondanks het wijdverspreide buikgevoel - wereldwijde sociale bescherming geen onhaalbare luxe is. Met 11.11.11 en de coalitie rond deze campagne maken we dat ook concreet. Eind oktober brengen we een rapport uit dat de berekening doet in enkele van de landen waar de Belgische ontwikkelingssamenwerking actief is. Lukt het om in Burundi, Peru of Indonesië een volwaardig systeem van sociale bescherming op te zetten? En wat moet dat kosten?

Met deze campagne hopen we in eerste instantie de Belgische ontwikkelingssamenwerking aan te porren. Want ondanks de vooruitgang in het denken, blijft de internationale samenwerking grotendeels achterop. In de bilaterale samenwerking van de meeste donoren, waaronder ook België, is sociale bescherming absoluut nog niet stevig geïntegreerd.

BELGIË VOORBEELDLAND?

Zeker voor ons land is dat een vreemde zaak. België heeft niet alleen een ongelooflijke ervaring en expertise op het vlak van sociale bescherming, het is op VN-niveau ook één van de voortrekkers van het thema. Samen met Angola zijn we covoorzitter van de Group of Friends of Decent Work en in de voorbereiding van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen verdedigde België consequent het belang van waardig werk en sociale bescherming.

Het is belangrijk dat België die rol blijft opnemen, door consequent de ratificatie en implementatie van de belangrijkste internationale normen op het vlak van sociale bescherming (IAO Conventie 102 en Aanbeveling 202) te verdedigen in de multilaterale instanties en in het kader van beleidsdialogen met partnerlanden. België kan - als lid van de Social Protection Inter-Agency Cooperation Board (SPIAC-B)1 - ook de visie verdedigen van een op rechten gebaseerde sociale bescherming en er ondersteuning bieden aan de VN-organisaties die zo’n visie verdedigen, zoals de IAO en de Wereldgezondheidsorganisatie. Maar er is ook nog heel wat werk om de diplomatieke steun voor sociale bescherming om te zetten in de praktijk van de eigen internationale samenwerking.

IN DE (BELGISCHE) PRAKTIJK

De Belgische expertise en ervaring op vlak van sociale bescherming kan ons land een voortrekkersrol geven in deze wereldwijde agenda. Alleen, dat gebeurt niet vanzelf. Vandaag zien we nauwelijks samenwerking tussen de federale overheidsdiensten Sociale Zekerheid en Werk en de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Meer nog, binnen Sociale Zekerheid is er al een paar jaar een kleine dienst actief die concrete programma’s van capaciteitsversterking uitvoert in verschillende landen. Alleen… die werkt los van Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGD). De vaststelling geldt overigens niet enkel voor dit voorbeeld. Ook andere voor sociale bescherming relevante beleidsdomeinen blijven buiten beeld van de klassieke ontwikkelingssamenwerking.

Om de institutionele capaciteit in het Zuiden te versterken, pleiten we er dan ook voor dat de Belgische ontwikkelingssamenwerking op een structurele manier gaat samenwerken met de gespecialiseerde federale diensten, sociale organisaties en de gewesten en gemeenschappen. Op die manier kunnen een aantal beperkingen van de geijkte kanalen van de federale ontwikkelingssamenwerking overstegen worden. De rol van DGD zou in die gevallen in de eerste plaats bestaan in het faciliteren en coördineren (en minder in het aansturen) van de samenwerking. Een structurele samenwerking met Sociale Zekerheid kan hierbij een eerste stap zijn. Op basis van deze ervaring kan vervolgens een goed doordachte strategienota uitgewerkt worden die het voorbeeld uitrolt over de andere relevante terreinen en vervolgens naar de Belgische partnerlanden uitdraagt. En wie weet ook naar de rest van de wereld.

Concreet kan expertise uitgewisseld worden over de implementatie van een goede arbeidswetgeving, over ziekteverzekering en over mechanismen voor vervangingsinkomens bij ziekte, ouderdom, werkloosheid of faillissement. Er kan worden meegewerkt aan strategieën die tot doel hebben informele economische activiteiten (alle economische activiteiten die niet in de officiële cijfers van een land kunnen worden weergegeven) te formaliseren. Daarbij kan toegang tot sociale bescherming een belangrijke rol spelen.

Maar ook zaken als professionele training en vorming van de actieve bevolking zijn vaak beperkt en/of zwak uitgebouwd in het Zuiden en niet aangepast aan de ontwikkeling van relevante vaardigheden. Hetzelfde geldt voor publieke tewerkstellingsdiensten (arbeidsbemiddeling). Daarnaast kan meer ingezet worden op versterking van het fiscale beleid van de partnerlanden, zodat meer nationale middelen beschikbaar worden. Innovatieve maatregelen uit het Zuiden zelf, zoals werkgarantieprogramma’s en systemen van cash transfers, kunnen inspirerende voorbeelden bieden. Ontwikkelingssamenwerking kan hierbij een verbindende rol opnemen en trilaterale samenwerking stimuleren.

De minister mag voor de spreekwoordelijke mosterd ook zeker aan de deur van de campagneleden aankloppen. Sociale organisaties en gespecialiseerde ngo’s kennen via hun internationale partners de uitdagingen op het terrein. Zij hebben vaak al concrete initiatieven genomen, en spelen een voortrekkersrol door sociale bescherming uit te bouwen van onderuit. Die voorbeelden - vaak nog op kleine schaal, andere al meer uit de kluiten gewassen - verdienen blijvende ondersteuning.

HET BREDERE PLAATJE

Los van bovenstaande initiatieven en samenwerkingssystemen zal de minister ook moeten samenzitten met enkele binnenlandse en buitenlandse collega’s. Een goed systeem van sociale bescherming heeft immers een duurzame financiering nodig en daar wringt een stevige schoen. Nog steeds zorgt belastingontwijking door multinationals in ontwikkelingslanden voor een jaarlijks gat op de begroting van bijna 1.000 miljard dollar. België, Europa en de internationale instellingen zijn zich daar bewust van, maar slepen systematisch met de voeten als het onderwerp op tafel komt.

We vragen ook dat België meer investeert in de Decent Work Country Programmes van de IAO, in core funding voor de Wereldgezondheidsorganisatie en dat mee onderzocht wordt welke vorm een internationaal financieringsmechanisme voor sociale bescherming kan aannemen. Op Europees niveau moet België er voor pleiten dat meer technische en financiële middelen vrijgemaakt worden om concreet gestalte te geven aan de engagementen van de Europese Commissie in haar Mededeling over sociale bescherming in de ontwikkelingssamenwerking (augustus 2012). Het project SOCIEUX is hiervan momenteel de enige, bescheiden, concrete toepassing.

Sociale bescherming voor iedereen is dus geen verre droom, maar een haalbare investering. Zou het kunnen dat we door deze kaart te trekken al een groot deel van de zopas met luide trom ingevoerde Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDGs) structureel kunnen aanpakken en zelfs invullen? Ik durf het hopen.

Bogdan Vanden Berghe
Directeur 11.11.11

Noot
1/ SPIAC-B werd opgericht in 2012 op vraag van de G20 en wordt gezamenlijk voorgezeten door de Wereldbank en de Internationale Arbeidsorganisatie. Onder de leden zijn agentschappen, fondsen en programma’s van de VN, internationale financiële instellingen en bilaterale ontwikkelingsagentschappen, met enkele observatoren uit niet-gouvernementele organisaties.

sociale bescherming - ontwikkelingssamenwerking - sociaal beleid

Samenleving & Politiek, Jaargang 22, 2015, nr. 8 (oktober), pagina 9 tot 13

SOCIALE BESCHERMING VOOR IEDEREEN

Het politieke momentum grijpen
Liesbet Vangeel, Karolien Debel en Annuschka Vandewalle
België voorbeeldland?
Bogdan Vanden Berghe
Mondiale vrije markt vraagt een mondiaal sociaal beleid
Gorik Ooms
Hoe fiscale ruimte creëren?
Kalaivani Karunanethy, Matthew Cummins en Isabel Ortiz
Hoe arbeidsrechten afdwingen?
Koen Vanbrabandt
Arm maakt ziek, ziek maakt arm
Thomas Rousseau
Reproductieve rechten alleen zijn niet genoeg
Marleen Temmerman en Dirk Van Braeckel
Europees nabuurschap op een kruispunt
Conny Reuter
Bericht uit het Zuiden: Zimbabwe
Last Tarabuku

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.