De meest sluipende en minst zichtbare bedreiging van extreemrechts is hoe het zich als volleerde rattenvangers van Hamelen voordoet als verdedigers van de sociale rechten van werknemers, weliswaar beperkt tot het eigen volk. Vlaams Belang is echter sociaaleconomisch helemaal niet links, maar zit eerder op dezelfde golflengte als N-VA en heel wat liberalen.
In ons boek De geschiedenis herhaalt zich niet (op dezelfde manier) proberen we extreemrechts vanuit een historisch en internationaal perspectief te doorgronden. We beschouwen het, als syndicalist en als socialist, als onze onbetwistbare en onvoorwaardelijke plicht om dit fenomeen, met al zijn destructieve en onmenselijke consequenties, continu te bekampen. In het boek analyseren we de meeste elementen die extreemrechts in zich draagt, van nationalisme en separatisme, over racisme en vrouwen- en homohaat, tot (gewelddadig) antisocialisme, zowel tijdens de voorbije honderd jaar als in de hedendaagse internationale context.
Bij wijze van 'spoiler' kunnen we de lezer van deze bescheiden bijdrage nu al verklappen dat ook ons pleidooi erop neerkomt dat een nieuw globaal en solidair perspectief met tastbare resultaten mensen moet weghalen en weghouden bij extreemrechts. Tenminste dat deel dat niet bewust racistisch is, dat er geen overtuigde extreemrechtse ideeën op nahoudt of zich op die basis actief inzet en organiseert. Het bewust als ideologie en als praktijk viseren en discrimineren van zwakkere bevolkingsgroepen kan op geen enkele manier iets positiefs in zich dragen.
CENTRUMPARTIJEN NORMALISEREN EXTREEMRECHTS GEDACHTEGOED
Een wat gezwollen en misschien overambitieus project dat we aan het einde van dit artikel graag bondig proberen te concretiseren, maar we kunnen helaas niet voorbijgaan aan de opsomming van enkele tendenzen die volgens ons een voedingsbodem vormen voor het extreemrechtse vergif. Want beweren, zoals je in sommige progressieve middens hoort, dat extreemrechts slechts een soort van collateral damage is van de crisis en de werkloosheid, volstaat niet. Louter de link leggen met de sociaaleconomische crisis en werkloosheid leidt tot een te enge, economistische redenering die voorbijgaat aan andere, meer structurele oorzaken, aan het feit dat extreemrechts sinds eind 19e eeuw altijd in één of andere vorm kapitalisme en moderniteit hebben 'begeleid'.
Een eerste evolutie die we hier wensen te bespreken zijn de nefaste gevolgen die zich al jarenlang afspelen in het politieke centrum. Daar laat de succesvolle zweepfunctie van extreemrechts op de centrumpartijen zich gelden. Die centrumpartijen zijn gaandeweg delen van het discours én het programma van extreemrechts gaan overnemen. Dat deden en doen ze vaak om extreemrechts het gras voor de voeten te maaien, de extreemrechtse achterban te paaien en 'terug te winnen'… Het heet dan dat extreemrechts 'de juiste problemen aankaart, maar de verkeerde oplossingen aandraagt'. Laat ons beginnen, aldus deze redenering, met eindelijk zelf 'de problemen te benoemen'. Het meest destructieve gevolg is dat de extreemrechtse agenda aanvaard en haar discours genormaliseerd wordt. Daar situeert zich een verschil met de extreemrechtse golf die in de jaren 1980 aanzwol. In de huidige golf zitten de rechtse, centrum- en soms zelfs sociaaldemocratische partijen mee op het hellend vlak.
MEDIA ZETTEN DE SLUIZEN OPEN
Dit brengt ons bij een andere zeer kwalijke tendens die ermee verbonden is. De meeste Vlaamse media hebben al lang geleden de sluizen opengezet waarlangs het extreemrechtse discours verspreid wordt als ware het die van 'een partij zoals elke andere'. Hier heerst de macht van het aantal: ze hebben nu eenmaal zoveel stemmen en zetels, klinkt het. Meer nog. In het zog van de electorale groei volgden ook de zitjes in beheersraden van openbare instellingen, zoals de publieke radio- en tv-zender. Het probleem is niet zozeer dat Vlaams Belangers rechtstreeks zouden ingrijpen, hoewel dat ook al gebeurde.
Zelfs zonder deze rechtstreekse bemoeienissen, zet de aanwezigheid van extreemrechts in de bestuurskamer én de intimiderende, publieke opmerkingen over de vermeende partijdigheid van journalisten en redacties deze onder druk. Kan die druk leiden tot anticipatieve zelfcensuur op redactievergaderingen in wat men brengt, hoe men het brengt, wie men opvoert? Maakt dit dat men vanuit redacties naar die leden in de bestuursraden 'toewerkt'? Zouden journalisten op die manier hun eigen integriteit fnuiken? Het blijven open vragen.
Druk zetten op wat ze in extreemrechtse kringen de MSM noemen (de mainstream media) en daarbij de integriteit van journalisten in vraag stellen is een beproefd recept. Ex-VRT-journalist Siegfried Bracke maakte zowaar zijn handelsmerk van aanvallen en verdachtmakingen op zijn vroegere werkgever.
De kwestie is dat ondanks de macht van het getal (de stemmen en de zetels) ook ethische en deontologische codes in de praktijk een dam moeten opwerpen tegen racisme, seksisme, homohaat, bewust fake news, complottheorieën… en dat de superverspreiders van het scherm en uit de ether moeten worden gebannen. Eén van de trieste en totaal contraproductieve hoogtepunten van het de facto normaliseringsbeleid was de onweerstaanbare drang die een aantal media blijkbaar hadden om in 2018 interviews te versieren met de 'Eindbaas' van Schild & Vrienden, Dries Van Langenhove. Is het overdreven te beweren dat deze neofascist mede door de sensatiezucht van een aantal belangrijke media op slag een nationaal bekend figuur werd wiens actieradius plots over heel Vlaanderen reikte?
Het is nog maar de vraag of men zich in die media, in vakbondsmiddens, onder sociale bewegingen, onder democratische politici, onder academici, op het politieke veld ten volle van het extreemrechtse gevaar en de nefaste, sluipende normalisering van delen van zijn taal en boodschap bewust is. En of men uitgerust is om dit gevaar efficiënt te counteren.
VLAAMS BELANG IS SOCIAALECONOMISCH NIET LINKS
Ten slotte staan we even stil bij de meest sluipende en minst zichtbare bedreiging waarbij extreemrechts zich als volleerde rattenvangers van Hamelen voordoen als verdedigers van de sociale rechten van werknemers, weliswaar beperkt tot het eigen volk.
Hoog op het to-dolijstje van Vlaams Belang staat het winnen van het vertrouwen van de ondernemers.
We kunnen niet naast de historisch geteste capaciteit van extreemrechts om werkende mensen en jongeren achter zich te scharen. Dit niet alleen door hun stem te winnen. Naast foert-stemmen, worden ook extreemrechtse taal, ideeën en complottheorieën overgenomen. Geen enkele sociale groep lijkt immuun voor de sirenezang van extreemrechts. Zijn ideeën, en dan voornamelijk het racisme, vergiftigen zowel hoog- als laaggeschoolden, middenklassers als werklozen, maar ook zeer veel mensen van de arbeidersklasse en jongeren. Extreemrechts investeert onder meer daarvoor veel geld en middelen in sociale media. Sinds 1996 organiseert Vlaams Belang ook een activiteit op 1 Mei, Dag van de Arbeid, feestdag van de brede socialistische beweging die ze probeert te recupereren. Af en toe gaan er binnen en rond Vlaams Belang ballonnetjes op om een eigen vakbond op te richten. Dat lijkt vandaag helemaal niet realistisch en is binnen die partij zeker geen prioriteit. Veel hoger op haar to-dolijstje staat het winnen van het vertrouwen van de ondernemers, vandaar zijn inspanningen binnen lobby's als Pro Flandria. Wat we hiervan echter moeten onthouden, is dat extreemrechts zich duurzaam organisatorisch wil verankeren onder de werkende bevolking. Dat is een veeg teken aan de wand.
In het Interbellum zagen we hoe extreemrechtse organisaties, zoals de Fasci di Combattimento van Mussolini in een vroege ontwikkelingsfase naast nationalistische eisen een sociaal programma verdedigden dat delen van links aansprak. Vervolgens trad dezelfde organisatie met haar squadristi (zwarthemden) als knokploeg van grootgrondbezitters en industriëlen op tegen boeren- en arbeidersprotest. De ontwikkeling van extreemrechtse organisaties doorliep onder meer deze twee fasen. Eerst trachtten ze met sociale (en in sommige gevallen zelfs antikapitalistische) demagogie een massa-aanhang te verwerven. Eenmaal aan de macht (of in de directe aanloop naar die machtswerving), schaarden ze zich achter de ondernemers om in crisistijden de winstvoeten te herstellen. Dit gebeurde drastisch: door de collectieve verkoop van arbeidskracht te bemoeilijken of onmogelijk te maken. Dat betekent dat men de vertegenwoordigers van de werkende bevolking – de vakbonden – buitenspel zette. Vakbonden werden afgeschaft en vervangen door corporatistische organisaties die in naam van 'de natie' werkgevers en werknemers dezelfde (werkgevers)richting deden uitlopen.
Vlaams Belang kent een lange traditie van wetsvoorstellen om de vakbonden te ketenen.
Ook Vlaams Belang kent een lange traditie van wetsvoorstellen om de vakbonden te ketenen via het opleggen van rechtspersoonlijkheid of de inperking van het stakingsrecht ('Werken baat, staken schaadt' was al in de jaren 1970 een Vlaams Blok-slogan). Noteer alvast dat Vlaams Belang hiermee op dezelfde golflengte zit als N-VA en heel wat liberalen. De rechtspersoonlijkheid staat toe vakbonden als dusdanig voor de rechtbank te brengen en zelfs buiten de wet plaatsen. Deze juridisering ondermijnt de consensus van de sociale welvaartsstaat en katapulteert de vakbonden terug naar de periode waarin het recht op collectieve actie niet afgedwongen was, toen art. 310 van de strafwet – vandaag honderd jaar geleden afgeschaft – nog van kracht was. Tegelijk profileert extreemrechts zich in haar eigen propaganda als 'sociale' partij… louter en alleen voor het 'eigen volk' (sociaal-nativisme).
Dat extreemrechts – in het zog van links – de verhoging van het minimumpensioen naar 1.500 euro per maand bepleit, samen met de verlaging van het btw-tarief voor elektriciteit en nog een aantal andere 'sociale' maatregelen, leidde een aantal Wetstraatwatchers en politicologen tot de conclusie dat extreemrechts ethisch-cultureel rechts is en sociaaleconomisch… links.
De demagogie wordt niet doorprikt. Het Vlaams Belang-voorstel voor een pensioen van 1.500 euro telt enkel voor wie een volledige loopbaan van 40 jaar voltijdse arbeid heeft gehad. Haar voorstel laat de lezer in het ongewisse over 'gelijkgestelde uren', waardoor perioden van ziekte, zwangerschap, enzovoort maken dat de meeste werknemers en in het bijzonder vrouwen nooit aan dit minimumbedrag zullen komen.
Daarnaast heeft het afnemen van subsidies van de middenveldorganisaties en vakbonden niets met een links beleid te maken. Dat geldt al evenzeer voor de verdediging van flexi-jobs die worden ingezet om volwaardig werk te vervangen. Aan de hand van haar stemgedrag in het parlement blijkt al evenzeer uit welk vaatje Vlaams Belang tapt. De partij verdedigt fiscale geschenken aan multinationals om tot een 'ondernemersvriendelijk' klimaat te komen. Ze is geen voorstander van een fiscale ingreep als een vermogensbelasting waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Vlaams Belang verdedigt de loonblokkering die substantiële koopkrachtverbetering van de werknemers in de weg staat terwijl pandemie en sociale crisis hard toeslaan. Ze steunde ook wetsontwerpen die het mogelijk maken dat zieke werknemers makkelijker ontslagen kunnen worden.
Onthoud dat extreemrechts – in de mate dat het delen van de arbeidersklasse duurzaam achter zich krijgt – zich aantrekkelijker maakt als politiek doorgeefluik van werkgevers die de posities van de vakbonden wensen te ondergraven.
De sociale welvaart van de gewone vrouw en man is altijd het product geweest van collectieve sociale eisenstrijd. Het is op die manier dat een krachtsverhouding werd opgebouwd die een gedeeltelijke en nooit definitief verworven erkenning heeft meegebracht voor de organisaties van de werkende mensen. Zo is onze – steeds relatieve – welvaart tot stand gekomen, zo is de sociale zekerheid – die ook vandaag onder druk staat – gegroeid tot wat ze is. Die strijd was een solidaire strijd die iedereen – van welke kleur of afkomst ook – samen heeft gevoerd. Telkens was er één constante en die zal niet veranderen: altijd en overal stond extreemrechts aan de overkant, aan de andere zijde van de barricade.
DE ROL VAN DE VAKBEWEGING IN DE STRIJD TEGEN EXTREEMRECHTS
De voortdurende aanval op collectieve voorzieningen en overheidsdiensten alsook de afbraak van een solidair maatschappelijk weefsel tijdens de laatste vier decennia, die van een soundtrack werden voorzien door Thatchers titelsong 'There is no such thing as society, there are only individual men and women. And there are families', heeft niet alleen voor een ontreddering van de werkende (midden)klasse gezorgd maar ook voor een internationale identiteitscrisis bij hun vakorganisaties. Die worden door een deel van hun achterban beschouwd als medebeheerders van het neoliberale wurgsysteem dat lonen bevriest, zieken en bruggepensioneerden activeert/pest, bespaart op uitkeringen en hun jobs onwerkbaar maakt. Onder meer daardoor ontbreekt het diezelfde vakbeweging vandaag aan gezag en invloed om die achterban te waarschuwen en te beschermen tegen de extreemrechtse rattenvangers die de schuld voor de 'austeriteit' afschuift op migranten en de in de steek gelaten burgers terugwerpt op een ieder-voor-zich mentaliteit die doet dromen van een homogeen identitaire 'terug zoals vroeger' samenleving. Vakbonden dienen zich openlijk te distantiëren van de (Europese) bezuinigingspolitiek en te strijden tegen de uitwassen ervan.
Misschien is de sanitaire, en daaruit volgende budgettaire en sociale, crisis een nieuwe kans om de socialisatie van de verliezen en de individualisering van de winsten ten sterkste af te wijzen. In het heetst van de coronastrijd pleitte Financial Times (edito, 3 april 2020) voor radicale hervormingen en een omwenteling van de politieke richting van de laatste veertig jaar. De overheid, aldus de zakenkrant, moet opnieuw een actieve rol spelen: openbare investeringen doen en meer zekerheid op de arbeidsmarkt garanderen. De aanzet die Biden nu in de VS geeft is hoopgevend. Maar niet alleen economische investeringen zijn van belang, ook investeringen zonder cijfermatige weerslag op het bnp, zoals cultuur, vrijwilligerswerk of samenleven tout court.
Dat deze boodschap niet vanzelfsprekend zal worden opgepikt, bewezen de hysterische reacties van het establishment tegen de staking van 29 maart. Aan welke kant staan de vakbonden? Dat vroeg Inge Ghijs zich op het hoogtepunt van de eerste coronagolf vorig jaar in een edito in De Standaard al af, zinspelend op de 'gedragsgestoorde' syndicalisten die een supersonische doorstart van het bedrijfsleven in de weg stonden met 'wereldvreemde' opmerkingen over veiligheid en gezondheid. Ons antwoord luidt: 'Aan de kant van de werkmensen die al veertig jaar moeten ondergaan'. Ondergaan van loonmatiging en langer werken, ondergaan van besparingen in de sociale zekerheid en de zorg met privatisering en commercialisering tot gevolg, ondergaan van doelbewuste vernietiging van openbare diensten en continu beschimpen van alles wat met de overheid en solidariteit te maken heeft. Vorming van onze vakbondsmilitanten en leden is daarbij onontbeerlijk. Maar als katalysator van de strijd tegen extreemrechts dient de arbeidersbeweging ook bescheiden doch intensief (lokale) banden te smeden met alle 'mensen van goede wil' en actief (samen) te werken aan de uitbouw van een wegbesnoeid middenveld. Niet alleen traditionele 'zuilbondgenoten' maar ook cultuurmakers, straathoekwerkers, armoede- en migrantenorganisaties en de onderwijswereld moeten hierbij worden betrokken. Op politiek vlak is een linkse en progressieve frontvorming noodzakelijk tegen dit 'spook dat door Europa waart'.
Een uitnodiging dus.
Samenleving & Politiek, Jaargang 28, 2021, nr. 4 (april), pagina 27 tot 32
DE EXTREEMRECHTSE DREIGING
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.