Geef de burger niet enkel één keer om de vijf jaar, maar ook tussentijds een stem. Het permanent betrekken van burgers bij het beleid is geen bedreiging voor de democratie, maar net een verrijking ervan.
In het regeerakkoord staat dat de federale regering de democratie wil verdiepen en de staatsstructuur moderniseren. De ministers voor Institutionele Hervormingen, David Clarinval (MR) en Annelies Verlinden (CD&V), zetten daarom met het oog op de staatshervorming in 2024 een burgerplatform in de steigers over de toekomst van ons federalisme. Op dat online platform zullen burgers, maatschappelijk middenveld en academici ideeën en voorstellen kunnen formuleren, die begin 2022 aan de regering worden overgemaakt. Een wetenschappelijk comité, waar ik samen met collega's deel van uitmaak, zal het proces begeleiden. De regering-De Croo zet hiermee voorzichtige eerste stappen inzake deliberatieve democratie, en dat is een goede zaak.
KLOOF TUSSEN BURGER EN POLITIEK
Er is namelijk een probleem met hoe de representatieve democratie vandaag functioneert. Uit recent onderzoek van de OESO blijkt dat slechts 29,5% van de Belgen nog vertrouwen heeft in haar politieke vertegenwoordigers. Dat is overigens niet alleen een Belgisch fenomeen, maar in de hele wereld zo. De redenen hiervoor zijn meervoudig: een partijpolitiek die niet voldoende resultaten boekt, een steeds complexere wereld waar niet iedereen nog kan volgen, sociale media die zorgen voor polarisering,… Is de representatieve democratie, ooit zo'n vooruitstrevend concept, vandaag nog het beste systeem? Kan ze burger en politiek nog verzoenen?
Mijn antwoord op die vragen luidt: neen. Laten we daarom de representatieve democratie aanvullen met deliberatieve vormen van democratie en burgers op permanente basis bij het beleid betrekken. Let wel, verkiezingen blijven van essentieel belang in een democratie. Maar het is in de snel veranderende wereld van vandaag niet langer geoorloofd om slechts één keer om de vijf jaar naar de stem van de burger te luisteren. We leven in een tijdperk van extreme polarisatie, maar kunnen slechts zeer beperkt onze mening laten horen over zaken die ons permanent aanbelangen. En dan nog door één bolletje voor één partij in te kleuren, terwijl burgers voor bepaalde standpunten vaak de ene partij volgen en voor andere standpunten een andere partij. Het verklaart waarom mensen gefrustreerd zijn en op protestpartijen stemmen.
Ik ga niet zover als Hélène Landemore, de Frans-Amerikaanse politicologe, die beweert dat verkiezingen niet meer democratisch zijn omdat de mensen die verkozen worden niet de beste politici zijn, maar wel de rijkste, de meest charismatische en de meest ambitieuze. Er zijn nog veel geëngageerde en goede politici. Maar we moeten onderkennen dat politicus niet langer een aantrekkelijk beroep is. Veel goede krachten gaan liever aan de slag in de privé dan schietschijf te worden in dit openbaar ambt. En diegenen die wel in de politiek zitten, houden het vaak niet lang vol. Ze worden opgebrand door het systeem. Het huidige representatieve systeem voldoet dus niet meer. Het wordt best aangevuld met deliberatieve experimenten.
G1000
Zo'n tien jaar geleden richtte ik met David Van Reybrouck, Francesca Vanthielen en vele anderen de G1000 op. Op dat moment kwamen de sociale media op – een gebeurtenis waarop we later zullen terugblikken als niet minder dan een revolutie. Iedereen kreeg plots toegang tot massamedia. De stem van de burger klonk alsmaar luider, zeker in die periode van bijna 500 dagen zonder regering. Met de G1000 wilden we die stemmen kanaliseren en er iets positiefs mee doen. We wilden ook aantonen dat het samenzetten van diverse burgers kon leiden tot zinnige voorstellen én dat dit een aanvulling en geen aanval was op de representatieve democratie. Beide doelstellingen werden bewezen. Er kwamen veel zinnige voorstellen. In het licht van de huidige debatten rond arbeidsmarktbeleid is het met name interessant om de voorstellen te herlezen rond het begeleiden van de toegang tot werk, kwaliteitsvol werk voor een kwaliteitsvol leven en discriminatie op het werk.
Achteraf werd de G1000 weggezet als een steekvlam. Dat was voor een stuk onze eigen fout.
G1000 kreeg ongelooflijk veel aandacht. Op de dag zelf waren meer dan 200 journalisten aanwezig die berichtten over dit democratisch experiment. Achteraf werd de G1000 echter weggezet als een steekvlam. Dat was voor een stuk onze eigen fout. We hadden beter moeten communiceren. We zeiden onvoldoende dat het een eenmalig experiment betrof. David Van Reybrouck sloeg opnieuw aan het schrijven, Francesca Vanthielen ging weer voor de televisie werken en ikzelf richtte een bedrijf op. Eigenlijk wilden we enkel aantonen dat als je gewone mensen in een deliberatief proces samenzet ze zinnige aanbevelingen kunnen doen. De G1000 verdween van de radar in de publieke ruimte, maar bleef wel bestaan. We deelden veelvuldig onze ervaringen in binnen-en buitenland.
CONVENTION CITOYENNE POUR LE CLIMAT
In België blikt men vaak wat schamper terug op de G1000, maar op internationaal vlak is ze een absolute referentie inzake deliberatieve democratie. Zo keek de Convention citoyenne pour le Climat in Frankrijk goed naar wat in België gebeurde. De Convention was een burgervergadering die in 2019 en 2020 werd gehouden en waarin werd gesproken over het verminderen van de CO₂-uitstoot van Frankrijk met 40% ten opzichte van het niveau van 1990 in een geest van sociale rechtvaardigheid. Van de 149 geformuleerde aanbevelingen weerhield president Macron er uiteindelijk 146. Zo keurde het Franse parlement uiteindelijk de invoering van het delict 'ecocide' goed, in geval van opzettelijke verontreiniging van water, lucht of bodem. Maar er was ook ontgoocheling. Want de Convention, die aan de basis lag van het voorstel, had 'ecocide' als misdaad 'met internationale draagwijdte' gewenst.
Deze ontgoocheling is een les. Het is belangrijk geen onrealistische verwachtingen te scheppen over wat met de aanbevelingen zal gebeuren. Nergens worden aanbevelingen gewoon wet. Ze zijn louter input vanuit de basis en verrijking van het debat, maar volgen nadien de klassieke parlementaire weg. De politiek behoudt de primaat van de beslissing. Ook ging men in Frankrijk wellicht wat voortvarend te werk. Na de opkomst van de gele hesjes besliste Macron snel om burgers bij het beleid te betrekken. Misschien te snel. Net zoals klassieke politiek is ook burgerparticipatie slow politics.
OST BELGIEN MODEL
Het mooiste resultaat van de G1000 is wellicht het Ost Belgien model. Duitstalig België werd in 2019 de eerste regering in de wereld met een permanente inspraak van burgers in het beleid. Op basis van een model dat werd ontwikkeld door experten van de G1000 en buitenlandse experten, bepaalt een permanente Burgerraad jaarlijks de onderwerpen voor een aantal onafhankelijke Burgerpanels die thema's bespreken en aanbevelingen formuleren. Beide organen bestaan uit gelote burgers. Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap engageert zich om de aanbevelingen van de burgerpanels in beraad te nemen en terug te koppelen naar de burgers waarom ze wel of niet de aanbevelingen in wetten omzetten.
Duitstalig België werd in 2019 de eerste regering in de wereld met een permanente inspraak van burgers in het beleid.
Zo werden allereerst rond zorg twee aanbevelingen gedaan, namelijk dat er in woonzorgcentra meer inspraak voor de bewoners moet komen en dat er in de opleiding verpleegkunde meer stages moeten zijn. Je zou kunnen zeggen: is het dat maar? Kunnen politici daar zelf niet op komen? Natuurlijk zouden ze dat kunnen, maar de meerwaarde zit in het collectieve, in het bottom-up proces waarbij mensen vanuit hun eigen situatie aanbevelingen doen. Ik vergeet nooit het voorstel van een vrouw in de G1000 om medicatie per stuk te kunnen kopen, in plaats van meteen een hele doos. Het is een aanbeveling die enkel kan komen van iemand die in kansarmoede leeft.
BURGERPANEL OVER DE TOEKOMST VAN EUROPA
Ook vandaag speelt ons land opnieuw een voortrekkersrol op het vlak van burgerparticipatie. Zo loopt momenteel een burgerpanel over de toekomst van Europa. In drie weekends, van 23 oktober tot 27 november, geven 50 gelote burgers hun aanbevelingen over de toekomst van Europa. De burgerpanels gaan door in de Kamer, de Senaat en het Egmontpaleis – dat alleen al is op zich redelijk historisch. Het thema waarover de Belgische burgers zich beraden is 'Hoe kunnen we burgers beter betrekken bij de democratie?'
Dit kadert in een groter geheel, de Conferentie over de toekomst van Europa. Op EU-niveau werden er 800 burgers uitgeloot die in Straatsburg en in verschillende steden ook in deliberatieve panels samenzitten en aanbevelingen formuleren over diverse onderwerpen. Daarnaast is er ook een online platform waarbij elke burger in Europa aanbevelingen kan formuleren die meegenomen worden in de resultaten. Zelf begeleid ik als facilitator burgers in het Europese traject. En op Belgisch niveau teken ik het volledige proces uit en begeleid de Belgische gelote burgers tot aanbevelingen, gevoed door expertise, tezamen met mijn medewerkers.
BURGERPLATFORM VAN DE REGERING-DE CROO
En dan is er natuurlijk het voornoemde burgerplatform van de regering-De Croo. Het is uiterst lovenswaardig dat de federale regering de burger wil betrekken bij het beleid. Begin 2022 wordt dat burgerplatform gelanceerd om, met het oog op de discussies over een nieuwe staatshervorming in 2024, input te krijgen van burgers, academici en middenveld. De Kamer kan met die input over democratische vernieuwing en institutionele hervorming aan de slag. Zoals altijd houdt de politiek de finale beslissing.
Het is uiterst lovenswaardig dat de regering-De Croo de burger wil betrekken bij het beleid.
Artificial intelligence zal een belangrijke rol spelen in dat burgerplatform. Het noopt critici, die minder bekend zijn met deliberatieve processen, tot de opmerking dat 'uw mening enkel welkom is als ze de paars-groene filter passeert'. Dat is natuurlijk niet zo. Vandaag laat technologie ons toe om informatie te halen uit enorme hoeveelheden data en tekst. Zowat elk groot onderzoeksbureau gebruikt artificiële intelligentie in kwantitatief onderzoek. Inhoudelijk mag alles aan bod komen, ook de delicate dossiers zoals communautaire transfers. Het is louter input voor verder debat in de aanloop naar een nieuwe staatshervorming.
Dit burgerplatform wordt, omwille van Covid, online georganiseerd. Het is een eerste stap in het proces om burgers meer te betrekken. In Canada staat men al iets verder om burgers in virtuele tafels te betrekken in een debat, wat logistiek een huzarenstuk is. Daar gingen de burgerprojecten die offline gestart werden tijdens Covid gewoon door in de vorm van virtuele rondetafels. Met extra aandacht voor diversiteit. Niet iedereen is Zoom-vaardig of heeft een computerverbinding. In Canada brachten buddy's laptops naar gepensioneerden. Ze gingen letterlijk naast hen zitten.
Het burgerplatform van de federale regering is hopelijk slechts een eerste stap. Het zal wellicht niet perfect zijn of met kinderziektes kampen, maar dat is niet erg. Voor mij zal het al een succes zijn als het burgerplatform de volgende jaren wordt bestendigd en er verder wordt ingezet op andere deliberatieve processen. Burgers moeten permanent betrokken worden bij het beleid, ondanks de angst die daar bij veel politici voor bestaat. Ik snap die angst niet. Als burgers goed genoeg zijn om politici te verkiezen, hen een loon te geven en een mandaat om in hun naam voorstellen te formuleren, waarom zouden de voorstellen van die burgers zelf dan ook niet valabel kunnen zijn?
ONTMOETING IS DE BASIS VAN DEMOCRATIE
In onze samenleving is nog maar weinig ontmoeting tussen verschillende mensen, laat staan tussen verschillende generaties. Vroeger gebeurde dat nog in de kerk. Ontmoeting is nochtans de basis van democratie. Het zorgt ervoor dat je niet alleen nadenkt over wat een beslissing voor jezelf kan betekenen maar ook wat die kan betekenen voor de ander. Deliberatieve democratie gaat over kennisverspreiding in rondetafelgesprekken met 10, 12 mensen van diverse komaf die zich in alle intimiteit goed kunnen voelen in een groep en gevoed met cijfers in dialoog kunnen gaan.
In onze samenleving is nog maar weinig ontmoeting tussen verschillende mensen, laat staan tussen verschillende generaties.
Burgerparticipatie is altijd een verrijking. In burgerpanels hoor ik voortdurend dingen waar ik vanuit mijn eigen leefwereld nooit aan zou gedacht hebben. Nog nooit ontmoette ik iemand die na een deliberatief proces ontgoocheld was. Onlangs nog stond ik voor de Future Dialogues of Europe op de binnenkoer van het Europees Parlement te praten met een Poolse man van 74 en een Italiaanse vrouw van 45. We verstonden elkaar niet, maar waren alle drie in de wolken over onze ontmoeting. Voor de eerste keer hebben we de andere gezien.
Samenleving & Politiek, Jaargang 28, 2021, nr. 9 (november), pagina 56 tot 61
EEN BETERE POLITIEK
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.