Nét nu het kabinet-Schoof onze verzorgingsstaat en voorzieningen met een paar pennenstreken wil beschadigen, zijn PvdA en Groenlinks noodgedwongen veel met zichzelf bezig zijn. Moeten ze fusioneren of niet? Dit verblijf in limbo kan niet te lang duren.

De politieke situatie in Nederland lijkt een vermakelijke klucht. Wie van een afstandje kijkt, ziet een partijloze premier, Schoof (weinigen kennen zijn voornaam, hij heet Dick), die met steeds zichtbaardere schichtigheid leiding probeert te geven aan een kabinet dat gevormd wordt door drie partijen zonder bestuurlijke ervaring (PVV, BBB, NSC) en een VVD die zonder Mark Rutte vergeten is dat een liberale partij nog voor iets anders kan staan dan een zo klein mogelijke overheid. Het is chaos alom.
Dat alles zou vermakelijk kunnen zijn, als Wilders met zijn PVV niet achter de schermen de chaos zo strak zou regisseren. Dat doet hij door populistische voorstellen te doen die op luchtfietserij zijn gebaseerd, zoals zijn minister Klever die naar Oeganda afreisde om zogenaamd afspraken te maken over het aldaar opvangen van in Nederland uitgeprocedeerde asielzoekers, maar die bij doorvragen niet met de Oegandese minister hierover bleek te hebben gesproken. Of zijn minister Faber die borden verkondigde te willen neerzetten bij asielzoekerscentra met de tekst ‘Hier wordt gewerkt aan uw terugkeer’. En die vervolgens teruggefloten werd door de Tweede Kamer.
Minister Faber verkondigde borden te willen neerzetten bij asielzoekerscentra met de tekst ‘Hier wordt gewerkt aan uw terugkeer’.
Het is allemaal zo knullig uitgevoerd dat je de kwaadaardigheid ervan over het hoofd zou kunnen zien. Maar loop je door de gebouwen van de Tweede Kamer, dan voel je de dreiging van populistisch uiterst rechts die aan de macht is. De sfeer is grimmig. Schoolklassen die het gebouw bezoeken, worden begroet door een grote zuil met een filmpje waarop Kamervoorzitter Martin Bosma ze welkom heet. Bosma is het brein achter Wilders. Enkele jaren geleden kwam hij nog bij ons op kantoor aan de deur met een camera in de hand, om wetenschappers die aan onze stichting verbonden waren te intimideren op sociale media.
LINKSE HOBBY’S KAPOT BEZUINIGEN
Het regisseren van chaos gebeurt ook achter de schermen, en daar is niets knulligs aan. Het kabinet moet bezuinigen, heet het dan. Waarom precies blijft vaag. Het Centraal Planbureau verkondigde dat op korte termijn niet bezuinigd hoeft te worden. Toch gaat het kabinet miljarden bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking, cultuur en onderwijs. De zogenaamde linkse hobby’s. In het parlement wordt daar dan over onderhandeld. De monsterbezuiniging van ongeveer 2 miljard euro op onderwijs is afgezwakt door onderhandelingen met oppositiepartijen CDA en ChristenUnie, JA21 en SGP, omdat de begroting anders niet door de Eerste Kamer komt. Maar vervolgens blijkt die bezuiniging bij de zorg te landen, en bovendien blijft een groot deel van die onderwijsbezuiniging gewoon staan.
De fractie van GroenLinks-PvdA doet niet aan dit soort handjeklap mee. Gelukkig. Het is zoals gezegd ook volstrekt ondoorzichtig waarom deze draconische maatregelen nodig zouden zijn. Dus dan in de marge gaan proberen een slecht voorstel iets minder slecht te maken, is niets anders dan een legitimatie van de kwaadaardige kaalslag op de publieke voorzieningen die gaande is.
LOKALE VOORZIENINGEN ONDER DRUK
Misschien wel de meest impactvolle maatregel die dit kabinet doorvoert, en die nauwelijks aandacht krijgt, is de korting van 6% op het gemeentefonds per 2026. De meeste Nederlandse gemeenten worden doordoor volgend jaar geconfronteerd met een enorm begrotingstekort. Een tekort dat zij alleen kunnen dichten door te bezuinigen op taken die niet wettelijk vanuit Den Haag zijn voorgeschreven. Het is te verwachten dat de vele openbare zwembaden, buurthuizen, vrijwilligersorganisaties, muziekscholen en sportclubs die het leven in onze dorpen en steden fijn maken, flink in aantal zullen krimpen. Dat zijn bezuinigingen die iedereen raken, ook de kiezers van partijen die nu in het kabinet zitten. Maar omdat de bezuinigingen door de gemeenten zullen worden doorgevoerd, en door de lokale wethouders en gemeenteraadsleden zullen worden verdedigd, zal de zwarte piet daar terechtkomen, en niet bij de PVV die nauwelijks in gemeentepolitiek zit.
Oppositie voeren tegen de landelijke PVV-politiek moet ook op provinciaal en gemeenteniveau gebeuren.
Oppositie voeren tegen dit kabinet moet dus niet alleen gebeuren in het parlement. Oppositie voeren tegen de landelijke PVV-politiek moet ook op provinciaal en gemeenteniveau gebeuren, door te weigeren de sociale infrastructuur van onze dorpen en steden kapot te bezuinigen. Dat vergt een bestuurlijke ongehoorzaamheid – het niet sluitend maken van een gemeentebegroting – die niet goed past bij een partij die goed bestuur hoog in het vaandel heeft staan. Maar doen we dat niet, dan kun je uittekenen dat de onvrede en steun voor populistisch rechts nog verder toeneemt de komende jaren. De burger komt dan immers nog meer in de kou te staan.
PARTIJFUSIE MET GROENLINKS?
Het is geen klucht, de politiek in Nederland, daarvoor is de situatie veel te serieus. De steeds inniger samenwerking tussen PvdA en GroenLinks kon wat dat betreft niet op een beter én niet op een slechter moment komen.
In een politieke situatie als deze waar er zoveel op het spel staat, is het goed samen op te trekken, liefst met een zo breed mogelijk scala aan partijen, maar om te beginnen is het goed als aan de electorale concurrentie tussen PvdA en GroenLinks een einde komt. De leden van beide partijen hebben zich uitgesproken dat in 2026 een definitief besluit moet worden genomen over de vorm van de samenwerking, maar als er vervroegde verkiezingen komen voor de Tweede Kamer zou dat best eens sneller kunnen gebeuren. Een motie op een partijcongres hiervoor is zo ingediend. Het zou dus ook vrij snel zomaar tot een partijfusie kunnen komen. Of tot een breuk.
Op dit moment zijn de vele afdelingen van de PvdA en GroenLinks in het land aan het vergaderen of ze bij de komende gemeenteraadsverkiezingen in maart 2026 samen een lijst gaan vormen of niet. Dat gaat niet zonder slag of stoot. Want in heel wat gemeenten zit de één in de coalitie, de ander in de oppositie. Maar over het algemeen lijkt tot een gezamenlijke lijst te worden besloten.
Die innigere samenwerking roept de indringende vraag op of de twee partijen die vaak hetzelfde denken over praktische beleidsmaatregelen, ook op het niveau van idealen en waarden hetzelfde zijn. GroenLinks heeft in haar beginselprogramma (uit 2008) ‘niet één leidende ideologie of maatschappijtheorie’ staan hebben, en somt 16 vrij droge uitgangspunten op. Het beginselmanifest van de PvdA uit 2005 begint met een opsomming van haar sociaaldemocratische idealen: vrijheid, democratie, rechtvaardigheid, duurzaamheid en solidariteit.
Daar een nieuw, aansprekend en eigentijds gezamenlijk verhaal van maken, dat recht doet aan de ziel van beide stromingen en dat óók nog eens aansluit bij de dreigende politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland, en de rest van de wereld, wordt nog een hele klus.
Beide beginselprogramma’s stammen uit het neoliberale tijdperk. Beide partijen zijn sinds die tijd flink tegen de muur gelopen met hun politieke koers.
Aan de andere kant: beide beginselprogramma’s stammen uit het neoliberale tijdperk – merk op dat ‘gelijkheid’ ontbreekt in het PvdA-programma. Beide partijen zijn sinds die tijd flink tegen de muur gelopen met hun politieke koers, en de lessen die zij daaruit kunnen trekken kan ook dé kans zijn afscheid te nemen van de politiek moeizame decennia die achter ons liggen.
Hoe het ook zij: PvdA en Groenlinks zijn partijen die op dit moment noodgedwongen veel met zichzelf bezig zijn. Net nu onze democratie serieus onder druk staat. Nét nu een onwaarschijnlijk kabinet onze verzorgingsstaat en voorzieningen met een paar pennenstreken wil beschadigen. Dit verblijf in limbo kan dus niet te lang duren.
VERSCHIL IN STIJL
Behalve over de idealen en uitgangspunten zullen de partijen het overigens ook over de stijl van politiek bedrijven moeten hebben. PvdA is van oudsher een bestuurderspartij, die betrouwbaarheid en redelijkheid hoog in het vaandel heeft staan. GroenLinks heeft nog nooit geregeerd – maar levert in steeds meer gemeenten wel wethouders en burgemeesters. De angst onder GroenLinksers dat de bestuurderscultuur – die zomaar ook tot zoutloze compromissen kan leiden – het zal winnen, is goed voor te stellen. De bereidheid tot bestuurlijke ongehoorzaamheid op gemeenteniveau om de begroting in de soep te laten lopen als daarmee belangrijke voorzieningen gered kunnen worden, wordt straks waarschijnlijk de eerste testcase.
Vooral onder GroenLinks – maar ook over het jongere smaldeel van de PvdA – bestaat de neiging om als ‘links’ in de media steeds scherper stelling te nemen tegen ‘rechts’, dat de schuld zou zijn van alles wat er misgaat in Nederland. Dat is niet alleen wat te simplistisch, het werkt ook averechts. Simplistisch omdat niemand echt weet wat en wie ‘links’ is en waarom dat moreel zoveel beter is dan ‘rechts’. Je loopt er het risico mee dat GroenLinks-PvdA zich vereenzelvigt met ontregelende acties van anarchistisch linkse activisten, en zich distantieert van welwillende burgers die van veiligheid, orde en regelmaat houden.
De rug recht houden in het verzet tegen bezuinigingen die alles kapot maken wat onze samenleving de moeite waard maakt, is wat mij betreft het devies.
In een tijd dat de redelijkheid in onze politiek zoek lijkt te zijn, is het belangrijker dan ooit zelf die redelijkheid te behouden. Rechts-populisme beantwoorden met schelle linkse retoriek zal niet de oplossing zijn. De rug recht houden in het verzet tegen bezuinigingen die alles kapot maken wat onze samenleving de moeite waard maakt, is wat mij betreft het devies. Net als hard stelling blijven nemen tegen racisme en uitsluiting en alles wat onze democratie ondermijnt. Het is te hopen dat het lukt weg te blijven van het smijten met modder en het steunen van dom linkse krachten die onze democratie net zozeer ondermijnen als de dom rechtse krachten.
Waar ik op hoop? Dat mocht het inderdaad tot een definitieve samensmelting van beide partijen komen, we de redelijkheid van een bestuurderspartij behouden, in combinatie met de ruggengraat om stevig en trots vast te houden aan onze idealen, ook als dat het besturen in de weg zit. Dat is trouwens ook mijn hoop mocht de PvdA-leden onverhoopt besluiten toch gewoon als PvdA verder te willen gaan.
Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 2 (februari), pagina 55 tot 58
LINKS IN EUROPA
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.