De verkiezingsoverwinning van Vlaams Belang wijten aan proteststemmen is al te simpel. Veeleer werd resoluut gekozen voor een wereldbeeld met tribalistische trekken. Dit kwam er niet plotsklaps, maar is het resultaat van een gestage verschuiving en verkorting van ons denken en spreken – en niet in het minst ook van ons geheugen.
Het lijkt wel alsof we nooit iets leren uit de lange, laat staan recentere, geschiedenis. Alsof we ons masochistisch in een terugkeer van altijd weer hetzelfde willen wentelen. Want ook nu, na de verkiezingen van 26 mei 2019, spreekt men weer van antipolitiek en proteststemmen. Ook nu spreekt men van een 'ruk naar rechts', alsof de verrechtsing van ons denken én doen zich niet al decennialang voltrekt, alsof posities die pakweg 40 jaar geleden ontoelaatbaar – of beter (want niemand verbood ze) gewoonweg ondenkbaar – waren niet allang bon ton geworden zijn, alsof de eerste Zwarte Zondag in 1991 geen trendbreuk was die zich resoluut doorzette. En toch moeten we elke keer weer verrast, geschrokken, onthutst zijn door een alweer totaal onvoorspelbare overwinning van het rechts-radicalisme.
De kiezers van Vlaams Belang en ook N-VA hebben geen proteststem uitgebracht. Ze hebben bewust gekozen voor een bepaald samenlevingsmodel dat geënt is op het optrekken van schotten in het aanschijn van bedreigingen allerhande. Hoe amorf die bedreigingen ook zijn, ze staan ons (onze portemonnee, onze cultuur, enzovoort) naar het leven. En gestalte vinden ze in het gelaat van de Ander. Het permanente evoceren van de nakende Ondergang van het Avondland – mede door gekleurde horden die onze poorten slopen, ons bestel infiltreren – is een beproefd recept. Tijdens het Interbellum in Duitsland wemelde het van ondergangsprofeten die bezworen dat het de hoogste tijd was om eindelijk voor 'onze' eigen identiteit, 'onze' waarden en normen op te komen voor het (altijd al) te laat was. Als die historische parallel iets aantoont, dan is het wel dat tribalisme – oftewel, domeindrift en stamvorming – een constante verlokking vormt. Vaak getemperd, verdoezeld, afgedekt (met een broos laklaagje redelijkheid of solidariteit), maar soms ook onversneden en ongefilterd.
Opnieuw leven we in een tijd waarin het tribalisme beleden wordt zonder schaamte of schroom. De drang het eigene (wat dat ook moge zijn) koste wat het kost te verdedigen is geen min of meer te controleren drift meer, maar een devies dat men trots uitdraagt. Het is een verschuiving waar haast geen enkele politieke partij zich aan kon of wilde onttrekken. Exemplarisch is de positieshift ten opzichte van pushbackstrategieën: wat eerst een ondenkbaar – want onmenselijk/ontmenselijkend – voorstel was, sloop gaandeweg in haast alle politieke programma's. Wat in de jaren 1990 nog als racistisch bestempeld werd, pakweg het 70-puntenplan, maakt thans deel uit van het mainstreamdiscours van het vermeende centrum. Of het cordon nu officieel sneuvelt of niet: N-VA en Vlaams Belang vormen allang een coalitie, een coalitie van het tribalistische ressentiment, dat erbij gebaat is de permanente bedreiging van 'onze' verlichte waarden en mensen op te roepen – waarbij per definitie ongedefinieerd blijft wat 'ons', 'verlicht', 'waarden' en 'mensen' precies zijn. Samen bestrijken de partijen weliswaar een groot spectrum aan Vlaams-nationalistische posities, gaande van een gematigd humanistisch cultuurnationalisme tot een extremistisch suprematiedenken. Dat beide verzamelingen echter een doorsnede hebben, die ook steeds groter wordt, toont niet alleen het wederzijdse uitwisselen van personeel, maar vooral ook de inwisselbare posities en uitspraken. Theo Francken is hiervan de exponent: hij is degene die (zegt dat hij degene is die) zegt wat iedereen denkt. Daarbij acteert hij als de bemiddelaar, die enerzijds zo recht voor de raap moet zijn dat hij de potentiële Vlaams Belanger voor zich kan winnen, maar anderzijds ook niet zo recht voor de raap mag zijn dat hij de eerder gematigde elementen van de Vlaamse Beweging bruuskeert. Niet toevallig is hij het ook die zich in Jambers in de Politiek tijdens het bekijken van binnenkomende verkiezingsresultaten in de zogenaamde war room schijnbaar spontaan liet ontvallen: 'samen een meerderheid'.1
DE VERKORTING VAN HET WETEN
Het tribalisme leeft van de suggestie, van het oproepen van noties en beelden die een sterke emotionele en imaginaire werkzaamheid hebben. Het zijn punctuele impulsen met een maximale nawerking. Om dergelijke suggestiviteit uit te spelen zijn sociale media het kanaal bij uitstek. N-VA en Vlaams Belang tonen zich dan ook meester in het fabriceren en distribueren van schijnbaar sloppy, maar in werkelijkheid uitgekiend gemonteerde woord-beeldconfiguraties in de vorm van memes, video's met typo en Facebookberichten met screenshots. Wat deze verschillende formats gemeen hebben is dat ze een instantwerking hebben: eens gezien kan me ze niet meer van zich afschudden, tenzij bewust. De diagnose dat de traditionele partijen de verkiezingen verloren op sociale media (doordat ze bijvoorbeeld beduidend minder in gesponsorde Facebookberichten investeerden) werd al vaak gemaakt en houdt zeker steek. De vingerwijzing dat ze daar een onvergeeflijke tactische fout maakten, draagt echter enkel bij tot de reductie van politiek tot hapklare boodschappen, oftewel propaganda. Ze sluit aan bij een algehele verkorting van het weten: een beperking in lengte (aantal karakters) en dus ook in duur (lees- en spreektijd) van informatieverstrekking, die onvermijdelijk ook leidt tot een veel bredere beperktheid, namelijk het onvermogen of de onwil om door te denken en door te praten. De getrimde communicatiewijze van partijen als N-VA en Vlaams Belang draagt daarom zelf ook bij tot de door hen verkondigde teloorgang van het onderwijs, dat naar verluidt meer moet inzetten op mondig burgerschap. In feite strekt het onvermogen van de traditionele partijen om sociale media adequaat in te zetten hen dus tot eer: misschien laten hun visies zich helemaal niet in deelbare slogans of virale memes vatten, en misschien lenen hun kopstukken zich wel niet tot de cultus van de charismatische influencer. Spitant en apodictisch – dat moet je zijn om door virtuele vriendjes op het schild geheven te worden.
Tegelijk – dat tonen bijvoorbeeld de 'Pepe the Frog'-stickers met de slogan 'Make Vlaanderen great again' op de laptops van Dries Van Langenhoves trawanten – hebben de identitaire bewegingen een hybride – of zeg maar: paradoxaal – karakter: het nationalistische dwepen met de eigen door en door provincialistische identiteit (Vlaanderen is ochot ochere ca. 13.500 km2 groot) heeft nog weinig van doen met het talige en culturele autonomiestreven van de Vlaamse Beweging, maar veeleer met een sterk georganiseerd internationaal circuit van alt-right-discours. Wat Vlaams Belangers angstvallig willen bezweren, het globalisme, is in feite datgene wat hen groot maakt. Ze voltrekken het superscript van een globaal tribalisme, de al dan niet bewust gecoördineerde ontplooiing van een wereldwijd netwerk van witte 'stammen'. Ook het gekokketeer met sterke stamhoofden en tsaren geeft aan dat standpunten die in deze campagne zelfs als 'links' verkocht en geslikt konden worden in feite stoelen op het fantasme van een versmelting van nationalisme en kapitalisme onder autoritaire staatsleiding.
In zo'n context van mondiaal circulerende informatie- en geldstromen hebben de traditionele media (televisie, radio, kranten, magazines) echter een verpletterende verantwoordelijkheid. De laatste verkiezingscampagne maakte pijnlijk duidelijk dat die zich als opgejaagd wild schikken naar de concurrentie en volop inzetten op deelbare content – en dat in de dubbele betekenis van: fragmenteerbaar en dus circuleerbaar. Moderatoren leken haast gedrild om boodschappen langer dan 45 seconden te onderbreken, wat er op zijn beurt weer toe leidde dat politici beseften dat ze per slot een (nadien door de pr-dienst deelbaar) punt dienden te maken, wat er op zijn beurt toe leidde dat tegenstrevers gedurende dat punt voor (akoestische) ruis zorgden om die deelbaarheid te verhinderen. Wat ontstaat is een totaal gebrek aan gesprek. Aandoenlijk was het haast om op 22 mei een televisiedebat te zien over onderwijs, waarin drie van de vier gasten het soms roerend met elkaar eens waren en dat ook niet kunstmatig wilden camoufleren. Auteurs als Gaea Schoeters en Tom Cochez wezen al veelvuldig en terecht op de medeplichtigheid van mainstreammedia aan de opmars van extreemrechts. Een cruciale rol speelde hierbij echter de jarenlange consequente ondermijning van de geloofwaardigheid van kwaliteitsmedia. En ook dit delen N-VA en Vlaams Belang: of het nu om Theo Francken, Dries Van Langenhove, Bart De Wever of Tom Van Grieken gaat, allen hadden en hebben ze de mond vol over 'framing', 'Lügenpresse' en 'fake news'. Opgezweept door deze permanente betichtingen en de bijbehorende framing als linkse media konden die duidingskanalen haast niet anders dan de aantijgers zelf een steeds groter platform te bieden. Zo sloeg men een neofascist, om die vervolgens te zalven – en dus te maken tot wat hij werd, een parlementariër.
Mantragewijs weerklinkt nu in diezelfde media het holle verzoek te luisteren naar de stem of het signaal van de Vlaams Belang-kiezer. Hoe men dat precies doet, dat luisteren, weet ik niet. 'Terug naar de herberg', 'dichter bij het volk', is één optie, geopperd door Herman De Croo 2 – maar de verzuchtingen van 'het volk' zijn onverzadigbaar. Daarom zouden de 'andere' partijen ook een omgekeerd signaal kunnen geven: 'We hebben sinds Zwarte Zondag onderhand wel genoeg geluisterd, er zijn wat ons betreft grenzen en die hebben we intussen wel bereikt. Dit is het samenlevingsmodel waar wij resoluut voor staan – en daarover wisselen we graag van gedachtenen van mening'.Men kan natuurlijk ook meeheulen – om echter nooit echt overtuigend te zijn. Het is in die zin geen toeval dat N-VA enkele dagen na de verkiezingen uitpakte met een Facebookbanner met de slogan: 'de échte volkspartij', zich daarbij afzettend van alle volksverlakkende of -vreemde fracties. De theatrale ten berde brenging van de Vlaamse Leeuw door de N-VA-top op verkiezingsavond – geëchood in Vlaams Belang-feestzaaltjes – toont alleszins dat een Nieuwe Vlaamse (of Volkse) Alliantie reeds is opgestaan. Het is er één tussen een bende paljassen en hun intussen als staatsmannen erkende Grote Broers, die enkele uren na verkiezingsuitslag al schijnbaar evident op tafel gooien wat een week voordien nog onbespreekbaar was: een confederalistische omwenteling. Zo kort is het geheugen in ons 'Avondland'.
'BEZINNING'
Het is zaak op te staan tegen die amnesie. De geschiedenis van de Duitse Weimarrepubliek (1918-1933) bijvoorbeeld verschaft ons inzichten in dynamieken en patronen, die niet gereduceerd kunnen worden tot een gratuite 'reductio ad hitlerum'. Zoals Andreas Wirsching het verwoordt in zijn intro op de 8-delige essayreeks 'Weimarer Verhältnisse?', die in 2017 naar aanleiding van het succes van het extreemrechtse AfD in de Frankfurter Allgemeine Zeitung verscheen3: de Weimarrepubliek is en blijft een 'mene tekel', een dreigend teken aan de wand, dat ons voor ogen houdt hoe snel en schijnbaar onverwachts het publieke discours kan verschuiven, hoe pluralisme nooit een evidente verworvenheid is – en steeds kan omslaan in tribalistische vriend-vijand-opdelingen; niet alleen tussen eigen en vreemd, maar ook tussen de elite (en hun multiculti culturo's) en 'de gewone man'. Het demonstreert hoe democratie een kwetsbaar evenwichtssysteem is, dat uit balans kan geraken wanneer socio-economische onzekerheden en socioculturele angsten een toxische mix aangaan.
Nadat NSDAP in 1930 zo'n 18% van de stemmen behaald had, deed Thomas Mann een 'Appell an die Vernunft'. Een oproep tot 'bezinning', zeg maar.4 Zijn appel is 90 jaar later actueler dan ooit – en niet in het minst voor politici van welke partij dan ook: het is hun verdomde taak de angst te temperen en het vertrouwen te herstellen – en dit paradoxaal genoeg niet door het spuien van catchy frases en verspreiden van monocausale wereldbeelden, maar door het aanreiken van sterke verhalen die de maatschappelijke complexiteit niet ontkennen. Eerder dan gewoon maar wat te luisteren in de herberg om dan toch nooit te voltrekken wat verzocht werd, gaat het er om ernstige gesprekken te voeren met woord en weerwoord, met voorstellen en tegenvoorstellen. Enkel zo kan men de 'emancipatie van de ruwheid' (Thomas Mann) tegengaan.
VOETNOTEN
- https://parismatch.be/actualites/politique/276832/la-reaction-de-theo-francken-face-a-la-progression-du-vlaams-belang-passe-mal-video, geraadpleegd op 09/06/2019.↑
- https://www.tvoost.be/nieuws/herman-de-croo-open-vld-over-winst-vlaams-belang-onze-politici-moeten-terug-naar-de-herberg-79052, geraadpleegd op 09/06/2019.↑
- 'Weimarer Verhältnisse? Sieben Beiträge zur Demokratie in Deutschland', in: Frankfurter Allgemeine Zeitung, 24/04/2017-18/09/2017.↑
- Thomas Mann, 'Deutsche Ansprache. Ein Appell an die Vernunft. Rede, gehalten am 17. Oktober 1930 im Beethovensaal zu Berlin'. Berlin: S. Fischer Verlag, 1930.↑
Samenleving & Politiek, Jaargang 26, 2019, nr. 6 (juni), pagina 31 tot 35
RECHTSE REVOLTE
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.