Groen-kiezers worden door N-VA-kiezers beschreven als “naïef”, “antikapitalisten”, “bebaard” en “boomknuffelaars”. Omgekeerd worden N-VA-kiezers door Groen-kiezers omschreven als "egoïstisch", "materialistisch" en "nostalgisch". Stereotypen spelen een belangrijke rol in de manier waarop Vlaamse kiezers over partijgrenzen heen naar elkaar kijken.

Aanplakbord Leuven verkiezingen, 2024, © Wikimedia Commons
Deze studie, uitgevoerd door onderzoekers in het interuniversitair EoS project ‘NotLikeUs’1, onderzoekt hoe Vlaamse kiezers de aanhangers van andere politieke partijen percipiëren, niet alleen op het vlak van politieke standpunten, maar ook op vlak van levensstijl, persoonlijkheid, socio-economische status en normen en waarden. Deze percepties onthullen sociale kloven tussen de electoraten, wat suggereert dat partijgebondenheid in Vlaanderen invloed heeft op bredere identiteitsvorming en sociale interacties die verdergaan dan alleen het politieke vlak.
Welk beeld komt er bij je op als je denkt aan de doorsnee kiezer van elke partij in Vlaanderen? Velen zullen zich Groen-kiezers voorstellen als stedelijke, upper-class burgers die havermelkcappuccino drinken; Vlaams Belang-kiezers als meer traditionele burgers; en PVDA-kiezers als de lagere middenklasse van hardwerkende arbeiders. Het maken van dergelijke veronderstellingen is menselijk en wordt wereldwijd gevormd door verschillende persoonlijke en contextuele factoren. In de politiek leidt deze neiging om andere kiezers te stereotyperen op basis van hun groepslidmaatschap niet alleen tot percepties over hun politieke overtuigingen, maar ook tot percepties over levensstijl, waarden en zelfs persoonlijkheid. Hoewel deze stereotypen in andere contexten (vooral in de Verenigde Staten) uitgebreid bestudeerd zijn2, is er in Vlaanderen weinig bekend over hoe ze zich uiten.
Ons onderzoek heeft als doel om te achterhalen hoe Vlaamse kiezers niet-politieke kenmerken gebruiken om andere kiezers te categoriseren. We stellen de volgende vragen: Welke niet-politieke kenmerken worden het vaakst gebruikt om andere kiezers te beschrijven? En in welke mate zien Vlamingen zichzelf als verschillend van, of gelijkaardig aan, andere kiezers – niet alleen politiek gezien, maar ook buiten de politieke sfeer, bijvoorbeeld met betrekking tot persoonlijkheid en levensstijl?
Op basis van twee steekproeven van Vlamingen, afgenomen in juli 2023 en februari 2024 (Studie 1: N=2.141; Studie 2: N=3.678), onthult onze studie dat kiezers elkaar indelen in verschillende sociale groepen op basis van levensstijl, sociaaleconomische positie, waarden en persoonlijkheid. Deze categorieën weerspiegelen al langer bestaande sociale kloven in België, en geven dus aan hoe verweven sociale identiteit en politieke voorkeur zijn geraakt.
DE ‘DOORSNEE VLAAMSE KIEZER’ IN KAART GEBRACHT
Ons onderzoek bestaat uit twee enquêtes. In de eerste enquête vroegen we aan 2.141 Vlamingen3 om vijf eigenschappen of kenmerken op te sommen die de ‘doorsnee kiezer’ van de grootste Vlaamse politieke partijen beschrijven (CD&V, Groen, Open Vld, PVDA, N-VA, Vlaams Belang en Vooruit).
Uit onze analyses van de antwoorden bleek dat burgers met gemak een veelheid van zowel politieke als niet-politieke4> kenmerken toeschrijven aan de kiezers van verschillende politieke partijen – van hun concrete politieke ideeën of standpunten (politiek), tot de kleren die ze dragen, het voedsel dat ze graag eten, de opleiding die ze volgden, of hun karaktereigenschappen (niet-politiek).
Groen-kiezers beschrijven zichzelf als “de middenklasse”, “realistisch”, “kritische denkers”, “pacifisten”, “jong”, en als “natuurliefhebbers” die “graag fietsen”.
Meer specifiek stelden we vast dat Vlamingen, wanneer hen gevraagd wordt om de ‘doorsnee kiezer’ van de belangrijkste Vlaamse partijen te beschrijven, vooral verwijzen naar vier overkoepelende niet-politieke categorieën, namelijk: hun socio-economische positie, levensstijl, persoonlijkheid of karakter, en hun normen en waarden. Groen-kiezers beschrijven zichzelf bijvoorbeeld als “de middenklasse”, “realistisch”, “kritische denkers”, “pacifisten”, “jong”, en als “natuurliefhebbers” die “graag fietsen”; terwijl ze door N-VA-kiezers worden beschreven als “naïef”, “antikapitalisten”, “bebaard” en “boomknuffelaars”; en door PVDA-kiezers als “upper-class”, “hoogopgeleid”, “soft”, “close-minded” en “bio-freaks”.
HOE IDEOLOGISCHE AFSTAND SOCIALE AFSTAND VORMT
Voortbouwend op de resultaten van onze eerste studie voerden we in februari 2024 een tweede enquête uit bij een grotere steekproef van Vlamingen.5 De respondenten werden eerst op een algemene manier gevraagd om te beoordelen hoe gelijkaardig of verschillend ze zichzelf zien “als persoon” ten opzicht van andere kiezers (“ongeacht hun politieke opvattingen, hoe gelijkaardig of verschillend bent u van deze kiezers als persoon?”). Ze werden gevraagd dit te doen ten opzichte van de “doorsnee kiezer” van alle Vlaamse partijen (inclusief de partij waarop ze zelf zouden stemmen). Later in de enquête beoordeelden ze ook hun meer specifieke percepties van anders-zijn, met betrekking tot hun sociaaleconomische positie, levensstijl, persoonlijkheid, en normen en waarden.
Voor de algemene meting, waarbij respondenten gevraagd werden te beoordelen hoe gelijkaardig of verschillend ze zijn “als persoon, ongeacht hun politieke opvattingen”, tonen de resultaten dat burgers de doorsnee kiezers van de partij waarop ze zelf zouden stemmen (hun “in-groep”) als vrij gelijkaardig aan zichzelf beschouwen. De doorsnee kiezers van alle andere partijen (hun “uit-groepen”) worden als meer verschillend gezien, waarbij er grote variatie is tussen de verschillende “uit-groepen”.
PVDA-kiezers zien Vooruit- en Groen-kiezers als noch bijzonder gelijkend noch verschillend van zichzelf.
Dit wordt duidelijk in FIGUUR 1, die de gemiddelde scores van verondersteld anders-zijn weergeven, voor de aanhangers van elke partij (de partijen die op de y-as staan, aan de linkerkant van de figuur). Als we bijvoorbeeld kijken naar de eerste lijn helemaal bovenaan in FIGUUR 1, dan zien we dat PVDA-kiezers andere PVDA-aanhangers als het meest gelijkaardig aan zichzelf beschouwen, terwijl ze Vlaams Belang- en N-VA-aanhangers als het meest verschillend beschouwen. Tegelijkertijd zien ze Vooruit- en Groen-kiezers als noch bijzonder gelijkend noch verschillend van zichzelf.
Hier komen reeds twee belangrijke conclusies naar voren. Ten eerste zien partijaanhangers hun eigen groep als het meest gelijk aan zichzelf op persoonlijk vlak, ongeacht politieke opvattingen. Ten tweede neemt het veronderstelde anders-zijn toe naarmate de ideologische afstand tussen de in-groep en de uit-groep op het links-rechtsspectrum groter is. Met andere woorden, hoe verder een partij afstaat van onze eigen partij op de links-rechts ideologische schaal, hoe meer we geneigd zijn haar kiezers te zien als verschillend van onszelf in niet-politieke termen.
Bovendien tonen deze bevindingen dat kiezers van de uiterst linkse en uiterst rechtse partijen (PVDA op links en Vlaams Belang op rechts) als meest verschillend beschouwd worden op niet-politiek vlak. Vooral de kiezers van Vlaams Belang, de meest rechtse (en enige radicaal-rechtse) partij in het Vlaams parlement, worden door bijna alle kiezers gezien als zeer verschillend van hen, met uitzondering van de N-VA-kiezers: zij zien de doorsnee Vlaams Belang-kiezer als eerder licht verschillend van zichzelf (gemiddelde score van 6,2/10 op de schaal van anders-zijn).
Vooral de kiezers van Vlaams Belang worden door bijna alle kiezers gezien als zeer verschillend van hen, met uitzondering van de N-VA-kiezers.
In het geval van de Vlaams Belang-kiezers merken we ook een asymmetrie op: de scores van anders-zijn die Vlaams Belang-kiezers ontvangen zijn hoger dan de scores die Vlaams Belang-kiezers geven aan de andere partijgroepen. Ook zien zij kiezers van Groen als het meest verschillend van henzelf op niet-politiek vlak, ook al is Groen niet de partij die – op de ideologische links-rechts
schaal – het verst van Vlaams Belang afstaat (dat zou PVDA zijn). Het feit dat PVDA en Vlaams Belang beiden populistische en protestpartijen zijn, zou mogelijk deze iets sterkere waarneming van gelijkheid, die verdergaat dan de links-rechtsscheidslijnen, kunnen verklaren.
SOORTEN VERONDERSTELDE VERSCHILLEN TUSSEN PARTIJLIJNEN
FIGUUR 2 geeft de gemiddelde score weer van verondersteld anders-zijn voor de vier niet-politieke dimensies die we afleidden uit onze eerste studie: sociaaleconomische positie, persoonlijkheid, levensstijl, en normen en waarden. Op de Y-as staan de Vlaamse partijen als “uit-groep”: de scores geven aan hoe verschillend de “doorsnee kiezer” van elk van deze partijen gepercipieerd wordt door kiezers die niet voor deze partijen zouden stemmen. Hogere scores duiden op een groter verondersteld verschil.6
De resultaten in FIGUUR 2 suggereren dat hoe meer een partij gepositioneerd is aan beide uiteinden van de ideologische extremen, hoe meer haar electoraat als verschillend wordt beschouwd op alle vier de dimensies. Opnieuw valt Vlaams Belang op als de meest extreme uit-groep; vooral op het vlak van normen en waarden, en op vlak van persoonlijkheid. Dit suggereert dat kiezers van Vlaams Belang gezien worden als fundamenteel verschillend in hun waarden, maar ook als kiezers met zeer verschillende karaktereigenschappen. PVDA- en Groen-kiezers worden ook opvallend vaak gezien als verschillend van andere kiezers, vooral qua levensstijl en persoonlijkheid. Voor partijen dichter bij het ideologische midden, zoals Vooruit, CD&V en Open Vld, is het verondersteld anders-zijn lager voor alle dimensies, wat suggereert dat hun kiezers worden gezien als meer gelijk aan het gemiddelde kiezersprofiel in Vlaanderen. De doorsnee CD&V-kiezer wordt bijvoorbeeld gezien als ‘noch verschillend, noch gelijkaardig’ als het gaat om sociaaleconomische positie.
PVDA- en Groen-kiezers worden opvallend vaak gezien als verschillend van andere kiezers, vooral qua levensstijl en persoonlijkheid.
In het algemeen zien we dat deze vier dimensies een rol spelen in hoe gelijkaardig of verschillend we andere kiezers percipiëren, en dat ideologische afstand dergelijke percepties van sociale identiteit, persoonlijke eigenschappen, en andere niet-politieke kenmerken sterk mee bepalen.
STEREOTYPEN, VERZUILING EN UITDAGING VAN SOCIALE COHESIE
Onze studie benadrukt de belangrijke rol die stereotypen spelen in de manier waarop Vlaamse kiezers over partijgrenzen heen naar elkaar kijken. Deze stereotypen gaan verder dan politieke ideologie en beïnvloeden veronderstellingen over elkaars levensstijl, waarden, persoonlijkheid en socio-economische status. Hoewel deze stereotypen helpen om complexe sociale informatie te vereenvoudigen, kunnen ze anderzijds de verdeeldheid ook versterken: ze kunnen starre percepties verankeren en het wederzijds begrip tussen kiezers beperken.
De percepties van verschil zijn het meest zichtbaar ten aanzien van Vlaams Belang-kiezers. Dit kan grotendeels verklaard worden door ideologische afstand: hoe meer radicaal een partij is en dus hoe verder hun kiezers ideologisch verwijderd zijn van andere kiezers, hoe meer ze ook op niet-politiek vlak als verschillend aanzien worden. We zagen dit immers ook aan de linkerkant, met sterkere percepties van anders-zijn tegenover PVDA-kiezers. De sterkere verschillen van anders-zijn tegenover Vlaams Belang-kiezers kunnen mogelijks ook mee vormkrijgen door het cordon sanitaire: doordat dit principe signaleert dat partijen – en bijgevolg hun kiezers – te radicale standpunten innemen om mee samen te werken, kan zich dat opnieuw mee vertalen naar de perceptie dat ook op andere vlakken de kiezers verschillend zijn.
De huidige politieke identiteiten lijken de nieuwe “zuilen” te worden, die beïnvloeden hoe burgers elkaars sociale identiteit zien.
Onze bevindingen kunnen daarnaast ook bekeken worden vanuit het perspectief van de verzuiling. Historisch gezien was de Belgische samenleving opgedeeld in katholieke, socialistische en liberale zuilen, die elk het dagelijkse leven van hun leden vormgaven – van de scholen waar men naartoe ging tot de kranten die men las tot de sociale activiteiten waaraan men deelnam. Terwijl die historische verzuiling verzwakt is, lijken de huidige politieke identiteiten in het moderne Vlaanderen nieuwe “zuilen” te worden, die beïnvloeden hoe burgers elkaars sociale identiteit zien. In die zin hebben politieke overtuigingen niet alleen te maken met beleidsvoorkeuren, maar fungeren ze ook als een ‘sociale indicator’ die burgers opdeelt in verschillende groepen en sociale grenzen versterkt.
Naarmate deze percepties meer rigide worden, kan de negatieve impact op de sociale cohesie in onze maatschappij vergroten. Hoe meer burgers elkaar zien als fundamenteel verschillend, hoe groter de uitdaging wordt om die maatschappelijke samenhang te bevorderen. Ondanks er zeker en vast reële niet-politieke verschillen zijn tussen de kiezers van de verschillende partijen – eerder onderzoek toonde dit al aan – is het belangrijk om de verschillen niet te overschatten, zodat percepties van anders-zijn niet gestoeld zijn op misvattingen.7
EINDNOTEN
- Samenwerking tussen zeven universiteiten (KU Leuven, Universiteit Antwerpen, UCLouvain, UGent, ULB, UNamur, VUB), gefinancierd door FWO-FNRS Excellence of Science (EoS). ↑
- Hiaeshutter-Rice, D., Neuner, F.G. & Soroka, S. (2023). Cued by Culture: Political Imagery and Partisan Evaluations. Political Behavior 45, pp. 741-759; Scaduto, G., Negri, F. (2024). What Your Menu Choice Says About Your Politics. The Loop.↑
- De eerste studie werd verstuurd naar 7.616 leden van het online burgerpanel van de onderzoeksgroep M²P (Universiteit Antwerpen). In totaal vulden 2.141 van hen de vragenlijst in, resulterend in een responspercentage van 28%. ↑
- We zijn ons ervan bewust dat er een beperkt onderscheid bestaat tussen politiek en niet-politiek, aangezien in wezen alles politiek kan zijn. Als leidraad voor de analyse van de antwoorden hanteren we echter een zeer strikte en afgebakende definitie van 'politiek', en definiëren we elk antwoord dat verwijst naar de politieke ideologie van een groep of individu, inhoudelijke beleidspositie, politiek gedrag of lidmaatschap van een politieke groep als ‘politiek’, en elk antwoord dat niet verwijst naar iemands beleidspositie, politieke ideologie, politiek gedrag of lidmaatschap van een politieke groep als ‘niet-politiek’.↑
- Onze tweede studie was eveneens een online vragenlijst, die deel uitmaakte van een panelonderzoek (vier golven), en ontwikkeld werd door het EOS-consortium NotLikeUs. De survey werd uitgestuurd via het online panel van het Belgische enquêtebureau Bpact. ↑
- Deze scores werden aanvankelijk op een schaal van 0-10 geplaatst, variërend van (0) “volledig gelijkaardig” tot (10) “volledig verschillend”, met (5) “noch gelijkaardig, noch verschillend” als middelpunt. Omdat alle gemiddelde scores boven het midden lagen (hoger dan 5), werd de schaal voor de duidelijkheid opnieuw gecodeerd om alleen de tweede helft van de oorspronkelijke schaal weer te geven. De schaal van 0-5 in FIGUUR 2 geeft dus alleen het veronderstelde anders-zijn weer en bevat geen waarden voor veronderstelde gelijkheid zoals in FIGUUR 1.↑
- Ahler, D. J., & Sood, G. (2018). The Parties In Our Heads: Misperceptions About Party Composition and Their Consequences. The Journal of Politics, 80(3), pp. 964-981.↑
Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 10 (december), pagina 6 tot 11
POLITICOLOGEN BLIKKEN TERUG OP 9 JUNI 2024
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.