Aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie,
Geachte heer Francken,
Als directeur van Vluchtelingenwerk volg ik uw beleid op de voet. Ik vroeg me af of u ook in deze eerste dagen van 2017 hoorde over de jonge Afghaan die van onderkoeling omkwam in een veld, in een poging Griekenland vanaf Turkije te bereiken. Ligt u soms nog wakker van de situatie waarin asielzoekers zelf verkeren? Of vooral van de mogelijke komst van asielzoekers naar België?
Uw verklaringen wekken de indruk dat u het succes van een asielbeleid afmeet aan het aantal mensen dat u kan buitenhouden - niet aan hoeveel, hoe snel en hoe goed wij als samenleving mensen op de vlucht kunnen helpen. Neem nu dat zogenaamde antiverdrinkingsplan, gekend als de ondertussen 1 jaar oude Europa-Turkije deal. U noemde het geen mooie, maar wel de enige oplossing. Het ‘goede’ aan de deal wordt daarbij gemeten aan slechts één doel: minder mensen kunnen asiel vragen.
Maar hoe slecht mag een plan zijn, voor we stoppen met het goed te noemen? Na de start van het akkoord riskeerden nog steeds meer dan 20.000 mensen de verdrinkingsdood op diezelfde gebarricadeerde route. Anderen die voorheen nog de kans zagen een toekomst in Europa op te bouwen, voegen zich nu bij de miljoenen die jarenlang in uitzichtloze situaties ‘opgevangen in de regio’ wachten. Rechten worden er systematisch geschonden, kinderen verdwijnen er niet in klaslokalen maar in textielfabrieken, en in Libanon komt 1 op 4 vluchtelingengezinnen in zo’n armoede terecht dat er honger heerst. Op de nog open smokkelroute naar Italië, verdronk het recordaantal van 5.000 mensen dit jaar.
‘Noodzakelijke’ plannen houden weinig rekening met de veiligheid en waardigheid van de mensen zelf die op zoek zijn naar bescherming. Evenmin proberen ze mensensmokkelaars aan banden te leggen. In werkelijkheid moeten dubieuze bondgenoten als Turkije en Libië tegen een stevige afkoopsom Europa verlossen van haar vluchtelingenfobie. Vluchtelingen worden een strategisch wapen. Eén dat mogelijk ook terug op tafel wordt gelegd, wanneer dat een partij uitkomt.
Al in 2014 gaven wij u onze verbazing mee dat het Belgische regeerakkoord van bij aanvang voorbijging aan enkele topprioriteiten. Geen woord over vluchtelingen die haast geen legale manier hebben om in Europa bescherming te komen zoeken. Niets over de toen al grootste vluchtelingencrisis op dat moment, Syrië. Meer dan drie miljoen vluchtelingen in de regio en België voorzag niet eens extra plaatsen voor hervestiging. Van de door UNCHR gevraagde versoepeling van visumvoorwaarden en criteria voor gezinshereniging was er geen sprake.
Het was dus een lichtpunt dat u zich verbond om jaarlijks 550 vluchtelingen te hervestigen. Helaas loste ons land dat niet in. Ook van de kwetsbare mannen, vrouwen, kinderen die in België’s verste grenspost, Griekenland, aan hun lot worden overgelaten, horen er enkele duizenden mensen niet daar te overleven, maar in België te zijn. Want ons land ging ook het engagement aan om ruim 3.800 mensen die in Griekenland en Italië vastzitten over te brengen. Helaas werden ook hier de verwachtingen niet ingelost.
In 2015 haalde de realiteit u, zoals voorspeld, in. Een dubbel zo hoog aantal asielzoekers kwam spontaan aan in België, wat als een enorme overmacht werd voorgesteld. Dat blijft sterk te relativeren. 35.000 asielzoekers vormen voor een land als België bezwaarlijk een enorme toevloed, zeker in de Europese context. Wel droeg de manier waarop de overheid met de snelle afdanking van opvangplaatsen had omgesprongen tot halfweg 2015 bij tot een zeer gebrekkige voorbereiding. De gevolgen daarvan waren vooral opnieuw voor de rekening van mensen op de vlucht zelf.
Uw diensten registreerden dagelijks niet alle asielzoekers, maar werkten met een plafond op basis van het aantal nog beschikbare opvangplaatsen. In allerijl openden terreinmensen pas gesloten opvangplaatsen en improviseerden nieuwe. Gevolg is dat mensen op straat belandden. Ik blijf versteld dat België zich feliciteert dat het alle ‘geregistreerde’ asielzoekers een ‘bed’ gaf, zelfs al was dat soms in een tent. Feit blijft: de asielzoekers die de overheid uit eigen gebrek niet registreerde, hoorden ook in een bed en niet op straat te slapen. Pas na ettelijke weken voorzagen de diensten in noodbedden voor allen, geregistreerden en niet-geregistreerden. Ook deze vorm van opvangcrisis en ‘fall out’ van het overheidssysteem moet ons land kunnen vermijden.
En het is waar, België is ondanks enkele stevige werkpunten een van de betere leerlingen van Europa in het voorzien van een goede asielprocedure en menswaardige opvang. Net daarom is het onbegrijpelijk dat we de komende tijd mensen die België wisten te bereiken, zouden terugsturen naar een land als Griekenland. Het is te vermijden dat uw diensten de Dublin-III richtlijn blind toepassen, maar nodig te kijken naar aanwezige familiebanden, naar de beste humanitaire oplossing voor elke mens achter elk dossier.
In een wereld waar 21 miljoen mensen buiten hun land op zoek zijn naar bescherming, klopt de doelstelling ‘kost wat kost minder asielzoekers in ons land’ niet. Sinds jaar en dag maakt UNHCR ons duidelijk dat, met respect voor mensenrechten, de humane oplossingen niet eindeloos zijn voor mensen op de vlucht. Wanneer veilig, is hulp bij vrijwillige terugkeer een oplossing. Of, hulp bij integratie in een eerste land van asiel. Voor 87% van de mensen is dat nu al in de onmiddellijke regio (dus niet Europa). En verder is er de hervestiging naar een derde land. Aan alle pistes, maar vooral die laatste, is hard werk nodig. Minder dan 1% van de vluchtelingen wereldwijd worden vandaag door een derde land opgenomen.
Als u het aantal mensen dat ons land opvangt controleerbaar wil maken, en mensensmokkel wil bestrijden, zal België effectief duidelijke, toegankelijke en in aantallen geloofwaardige legale manieren moeten bieden om te migreren naar ons land. Dat betekent meer en snelle hervestiging, een snellere overname van mensen uit Griekenland en Italië, investeren in soepele gezinshereniging, een duidelijk beleid rond humanitaire visa, en werken aan legale migratiekanalen voor mensen die om andere redenen zoeken te migreren.
Verder is de coördinatie van de wetgeving rond asiel en migratie die u zich tot doel stelde een belangrijke zaak. Bestaande procedures zijn soms te ingewikkeld, soms moeten verschillende procedures of beroepen tegelijk in één en dezelfde zaak worden ingesteld. Vereenvoudiging is welkom. Voor zo’n belangrijke oefening is het noodzakelijk dat de regering naast de administraties, ook diverse experts van het terrein, academici, de advocatuur en magistratuur consulteert. In de vluchtelingenbeweging is jarenlange expertise en kennis aanwezig.
Ook integratie is een absolute prioriteit. In opvang en integratie moeten we durven investeren, in het belang van vluchtelingen én de hele samenleving. In dat verband moeten politici als u wegblijven van polarisering, onevenwichtig inzoomen op angst en misbruik en stigmatisering van asielzoekers. Mensen die opkomen voor vluchtelingen wegzetten als gevaarlijk, asielzoekers ondankbaar noemen en hun rechten inperken: dat hindert net integratie en breekt draagvlak af. Feit is dat de voorbije twee jaar bij onze organisatie de vragen rond integratie alleen zijn toegenomen. En dat is goed nieuws. Want enerzijds zoeken mensen dus hun weg en maken werk van hun integratie, en anderzijds willen zoveel burgers, bedrijven, organisaties, verenigingen en scholen een hand toesteken. Er is aandacht voor het lot van vluchtelingen. Meer mensen dan ooit zetten initiatieven op en verlangen dat ons land inderdaad rechtvaardig én humaan ageert.
Laten we dus eerst grondiger werk maken van hoe snel, hoe goed en hoeveel mensen op de vlucht ons land kan helpen, vooraleer we voorbarig het recht op asiel beknotten.
Met beleefde groeten,
Charlotte Vandycke
Directeur Vluchtelingenwerk Vlaanderen
PS: Viel het op dat ik geen enkele keer het woord ‘illegalen’ heb gebruikt? Asiel zoeken is geen misdaad. Wie vlucht, oefent een fundamenteel mensenrecht uit, en verdient een menswaardige, respectvolle behandeling voor, tijdens en na een asielprocedure.
Brieven aan Michel I - federale regering - asiel
Samenleving & Politiek, Jaargang 24, 2017, nr. 1 (januari), pagina 54 tot 56
HALFWEG MICHEL I
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.